Besluit.
De voornaamste gedichten van Langendyk heb ik nu meer of minder uitvoerig behandeld, en zooveel mogelijk van elke rubriek aanhalingen gegeven. Evenals in zijne tooneelwerken, zagen wij dikwijls iets omslachtigs, iets eentonigs, maar daarnaast ook veel verdienstelijks.
Onder zijne gedichten zijn over 't algemeen het beste zijne historische liederen (niet de Graaven), en zijne puntdichten. De Levensloop der Aartsvaderen bevat zeer schoone gedeelten, terwijl ook in vele hekeldichten passages voorkomen, die voor zijn talent in dat genre spreken. Ook in sommige van zijne herdersdichten en gelegenheidsverzen vinden wij werkelijk schoone gedeelten.
Naar ik geloof, zal men het met mij eens zijn, dat Langendyk als Lyrisch en Beschrijvend dichter wel geene eerste plaats inneemt, dat zeker zijne tooneelwerken nu nog het meest onze aandacht verdienen, maar dat hij toch, ook in zijne losse gedichten, blijk geeft van eenen werkelijk dichterlijken aanleg, en dat sommige van deze nú nog met genoegen te lezen zijn.