J.K. Rensburg 1870-1943. Een Joodse graalzoeker(1981)–Jaap Meijer, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] X. Lentelied. Opstijgend langs 't gazon - licht opgebogen - Staart boven bladerkroppen, door een flauw En vreemd vervloeiend lila soms bevlogen Bij 't deinen op den wind, naar 't hemelblauw Een myosotis-bed. (Bij onvermogen In je expressie helpt dat ‘vreemd’ je gauw Als stopwoord). 't Is of ik van Liefje d'oogen Azuur uit deze bloemelijn aanschouw. Zoo blauw, trouw (honneponnig!) zijn haar blikken. Zij vleit als vogelke' uit een boom: Piet! Piet! Verdomd! - Zoo kan je toch van alles schrikken, Nu daaruit plots het satansdronie ziet Van iemand, die maar steenen moest gaan bikken - Want die brak me' af! - en roept: Vergeet mij niet! Vorige Volgende