| |
| |
| |
ARRIBA ESPANA! Este libro lo dedica respetuosamente el autor al Generalisimo Franco y a cuantos luchen heróicamente con él para la salvación de la noble y admirabilísima Espana.
LEVE SPANJE! Dit geschrift draagt de schrijver eerbiedig op aan den Opperbevelhebber Franco en aan allen, die op zoo heldhaftige wijze strijden voor de redding van het edele en bewonderenwaardige Spanje.
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
Als het beest los is
Geen moeilijker taak is er denkbaar, dan de wreedheid en de beestachtigheid van de rooden duidelijk te maken. Alles, wat hierover geschreven werd en zal worden, kan slechts een zeer zwak beeld van de werkelijkheid zijn.
Er hebben in verschillende bladen beschrijvingen gestaan van de onmenschelijke handelwijzen der roode horden. Maar in een omgeving waarin alles schijnbaar goed gaat, dringt de WERKELIJKHEID hiervan zich niet op. En zelfs hij, die dieper dan de doorsneekrantenlezer op deze feiten ingaat, kán zich onmogelijk de verschrikking van dit alles voorstellen.
Een bezoek van enkele weken aan de geteisterde gebieden en het onmiddellijk contact met de menschen, die van de roode terreur geleden hebben, doet inzien, dat het eigenlijk onbegonnen werk is DIT leed uit te beelden. De rauwste klanken en de felste kleuren benaderen nog in verre niet de werkelijkheid. Men zou verplicht zijn vele feiten te beschrijven, die de meeste lezers niet zouden kunnen aanhooren, zóó verdierlijkt waren de daders ervan.
We beperken ons daarom tot het weergeven van concrete feiten, die wij uit den mond van overlevende ooggetuigen hebben gehoord en die onloochenbaar vaststaan.
Wij hebben in Spanje op deze reis meer dan 7000 K.M. per auto afgelegd. Overal hebben wij, waar de rooden geweest zijn, in de meest verschrikkelijke vormen hun spoor gezien. Hun weg was er een van roof, brandstichting, vernietiging, foltering en moord.
De rooden blijken meesters in het gebruik van dynamiet om bruggen op te doen blazen. Wij hebben er honderden gezien. Ofschoon de vernietiging van vele dezer bruggen van geen strategische beteekenis was, kunnen we van deze wandaden één verklaring aanvaarden: n.l. de vrees voor achtervolging. Veel heeft dit in de meeste gevallen niet geholpen. Wij zagen zelf, hoe de nationale troepen zich niet lieten tegenhouden door een tot puin geworden brug, welke een paar uren tevoren door de rooden met dynamiet was opgeblazen, doch op meesterlijke, ervaren wijze met kanonnen en al door de rivier trokken. Oorlog blijft oorlog en we zullen dan ook op de vernietiging van honderden, ja van duizenden bruggen niet verder ingaan. Maar wat op geen énkele
| |
| |
wijze goed te praten is, wat integendeel een bewijs is van de vernietigingswellust der rooden, is het feit, dat voor hun aftocht de rooden overal de huizen in dorpen en steden in brand staken.
Temidden van een prachtige natuur hebben we geheele uitgebrande dorpen gezien. Op de eerste plaats werden de huizen der meer gegoeden en der rijken in brand gestoken. Maar hiertoe heeft men zich niet beperkt. Wij zagen in Asturië en elders óók de huizen van arbeiders in brand gestoken.
Dit begint reeds in Irun. Verschillende foto's hiervan deden in de bladen de ronde. Maar zij waren niet bij machte uit te beelden wat aan werkelijke verwoesting hier is aangebracht. De nationalen hebben Irun gebombardeerd en vanzelfsprekend heeft dit groote verwoestingen aangebracht. Nogmaals...... ‘Oorlog is oorlog’. Om Irun te veroveren was dit noodzakelijk. Maar van geen enkele strategische beteekenis was het voor de rooden, om voor hun vlucht alles in brand te steken en Irun te maken tot een Doodenstad. De prachtige stad St. Sebastiaan is slechts vier weken in handen der rooden geweest. Er zijn geen kerken vernietigd en slechts weinig gebouwen. Wèl echter hebben hier de rooden kans gezien om in dien korten tijd meer dan 800 personen zonder vorm van proces terecht te stellen. Wij spraken hier een dame, die door middel van de Nederlandsche legatie uit Madrid had weten te vluchten. Zij vertelde, hoe de bewoners van St. Sebastiaan haar ongeloovig aankeken wanneer zij vertelde van de verschrikkingen, die zij in Madrid had mede moeten maken. Ziehier de werkelijkheid: Een stad van 75.000 inwoners waarvan de rooden 800 personen zonder vorm van proces vermoord hebben, moet nog als gelukkig worden beschouwd. Zoo zagen wij op geheel onzen tocht vanaf het meest Noordelijke punt Irun tot het meest Zuidelijke punt Tarifa de sporen van de moderne barbaren, de Marxistische kameraden, vereenigd in het Volksfront.
Wij wijzen op slechts enkele plaatsen. We noemen Brunete, dat volkomen uitgebrand is. De militairen op een afstand van 1 K.M. der rooden, die in de nabijheid hun kampement hebben en het schieten van beide zijden, brengen slechts eenige verademing in deze doodenstad.
Het is een opluchting wanneer men uit deze omgeving is, waar het stinkt naar brand en verrotting en waar het eenige leven groote, vieze ratten zijn.
Nabij Madrid zagen we den heuvel, waar de rooden het groote Christusbeeld welberekend stukgeschoten hebben. Toledo met het volkomen vernietigde Alcazar. Sevilla met kerken en huizen, die in brand zijn gestoken. We mogen blijde zijn, dat door een grappige list Generaal Queipo de Llano de generaal, waarvan foto hiernaast, die door zijn redevoeringen voor de radio alom bekend is geworden, spoedig in het bezit van deze prachtige stad gekomen is.
| |
| |
| |
| |
Omdat zij poppenkleertjes waschte...
eindigde haar vader misschien zoo, omdat hij meende dat kinderen toch wel spelen mochten?
| |
| |
Rusland levert niet alleen auto's....
het sanctioneert ook plundering en doodslag!
| |
| |
Bruggen....
en historische bouwwerken zooals het Alcazar te Toledo werden tot onbruikbare puinhoopen gemaakt
| |
| |
Zoo zijn de prachtige bouwwerken als de Kathedraal en het Alcazar en zooveel andere kunstwerken gespaard gebleven.
Voor de barbaren van het Volksfront zouden deze gebouwen niet veilig geweest zijn.
Ook Granada en Cordova is tijdig gered door de nationalen. De verwoestingen hebben zich hier beperkt tot enkele huizen en kerken. Daartegenover is het Zuidelijke gedeelte ontzettend geteisterd.
We maakten de reis naar Malaga over Jerez de la Frontera, Cadiz, Algeciras. Estepona, Marbella. Deze weg van meer dan 400 K.M. was vol sporen van de vernietigingszucht der rooden. Kerken waren overal in brand gestoken. De haat ging blijkbaar zoover, dat men somtijds niet duldde, dat er nog iets van de kerk overbleef. We zagen in Marbella een plein met brokken puin, waarvan men ons zeide dat het de overblijfselen van een Kerk waren. De rooden waren begonnen met de Kerk in brand te steken en hadden toen nog de overblijvende resten met dynamiet in de lucht doen vliegen. In een officieel bulletin van den militairen staf der rooden heeft de legerleiding het heroïsme in het gebruik van dynamiet geprezen. Men kan werkelijk niet ontkennen, dat de rooden meesters in het gebruik van dynamiet zijn geworden!
Dezelfde verwoestingen zagen wij in het Westelijk gedeelte van Spanje, zooals in Badajoz, in het Noord-Westelijk gedeelte als in Santander, Torrelavega, Bilbao, Eibar en Durango. De reis van Burgos naar Santander maakten wij langs een eindelooze rij van verwoeste huizen. In Santander verbleven wij in hotel Ignacia.
De stad was overvol met soldaten en officieren. De hotels waren ten gevolge hiervan propvol. We vonden echter in hotel Ignacia een gastvrij onderdak. Het bleek, dat hier vroeger de staf der roode militairen, vóór de overwinning der nationalen, zijn verblijfplaats had en dat met name verschillende Russische officieren hier vertoefd hadden. We hebben iets van de beschaving van deze roode heeren kunnen bemerken. Men had de deuren beschadigd; paneelen er uitgehaald; de meubels waren geruïneerd. Het democratisch ideaal van deze heeren is blijkbaar: vernietigen, gappen, wat je krijgen kunt, eten en drinken op kosten van anderen. Voor wat het laatste betreft: De roode kameraden hebben vele leege champagneflesschen achtergelaten merk Ayela Château d'Ay, 1921. Ook de fabrieksstad Bilbao heeft ontzettend te lijden gehad. De stad ziet er uiterst triest uit. Al de groote bruggen zijn opgeblazen. Er is een zeer groote monumentale brug bij, die nog maar korten tijd geleden tot stand is gekomen en een groot kapitaal gekost heeft. Ook deze ligt aan puin. Honderden zijn zonder vorm van proces door de rooden doodgeschoten. Verwondert men zich er dan over, dat ook de nationalen, maar dan tenminste na rechtspraak, verscheidenen ter dood
| |
| |
veroordeeld hebben? Durango, Eibar, zijn volledig vernietigd. Zij hebben te lijden gehad door de bombardementen der nationalen. Toch begrij pelijk in oorlogstoestand, wanneer men weet, dat daar de wapenopslagplaatsen waren. Onbegrijpelijk echter is, dat de roode benden vóór hun aftocht de huizen in brand staken. Of toch ook weer wel begrijpelijk, wanneer men het Marxisme in zijn wezen kent.
De stad Santander heeft eveneens ontzettend te lijden gehad. Vele gebouwen werden in brand gestoken. Duizenden werden vermoord. Men smeet de menschen vanaf den vuurtoren in zee......
Wij zullen niet doorgaan met de plaatsen van verschrikking op te noemen, die wij gezien hebben. Wij willen nog slechts in dit verband spreken over één stad, n.1. Malaga. Wij zijn daar enkele dagen geweest en hebben van alle kanten de toestanden kunnen nagaan. Van deze stad is meer dan de helft verwoest en uitgebrand. Men beperkte zich niet tot het vernietigen van de kerken met hun rijke kunststukken. maar stak volgens een vooropgesteld plan alle huizen van meer gegoeden, maar ook van middenstanders en arbeiders in brand. In de 203 dagen, dat de roode terreur in Malaga heerschte, zijn meer dan 5000 onschuldige menschen vermoord.
De roode barbaren kwamen 's nachts bij families, waartegen zij eenig bezwaar hadden op grond van bezit, godsdienstige gevoelens of anderszins, dwongen ze mee te gaan en voerden ze met hun gestolen auto's weg. Even buiten Malaga kruisen zich twee wegen. De eene weg voerde naar het open veld. Het slachtoffer, dat door het roode tuig werd medegevoerd, wist, dat wanneer de auto deze weg inging, hij zonder vorm van proces werd doodgeschoten; ging hij den anderen weg in, dan wist hij, dat hij naar de gevangenis gebracht werd en tenminste dien nacht nog niet doodgeschoten zou worden, maar de kans had langzaam op de meest wreede wijze doodgemarteld te worden.
Zoo was er een functionaris, die voor zijn eigen rekening op deze wijze 's nachts 42 menschen doodschoot. Een familie werd geheel uitgemoord: Grootvader, vader en kinderen......
Wij hebben vele menschen in Malaga en omstreken gesproken, wie thans nog de angst op het gezicht te lezen stond. Zij vertelden, hoe, wanneer zij 's nachts de bel hooren of eenig ander geluid, zij rillen van angst en vrees, dat zij nu aan de beurt zijn om vermoord te worden. En toch was deze verschrikking al 7 maanden voorbij.
Spreek deze menschen nog eens over Marxisme en vraag hen of met Marxisten in eenigerlei vorm samengewerkt kan worden!
Er zijn in Malaga 59 Kerken in brand gestoken en 3623 particuliere woningen geplunderd. De meest kostbare kunststukken zijn vernietigd. De banken en de verschillende ondernemingen zijn geplunderd.
| |
| |
Niet ten onrechte staat er op de uitgebrande huizen in de voornaamste straat van Malaga, na een opsomming van de misdaden door het roode canaille bedreven: ‘DAT DE WERELD EN DE GESCHIEDENIS ONTHOUDEN, WAT HET BEGIN VAN DE VERWERKELIJKING VAN HET MARXISTISCH PROGRAMMA GEWEEST IS’. Dit waren geen misdaden, die buiten de Marxistische leiders omgingen, doch door hen werden aangemoedigd. Toen een groot gedeelte van Malaga in brand was gestoken door de roode horden, reed de roode gouverneur door de stad en gal met nadruk te kennen, dat de bende dat uitstekend gedaan had. Deze gouverneur is naar Frankrijk gevlucht. Wanneer hij in handen der nationalen was gevallen, zou hij zonder twijfel, na rechtspraak, ter dood veroordeeld zijn. Verdiende deze man anders? En moet men het niet betreuren, dat hij er tusschen uit is kunnen gaan?
Wij bezochten in Malaga den huidigen gouverneur: een jonge, energieke man met strenge opvattingen, n.l. Francisco Garcia Alted. Deze schijnt streng opgetreden te zijn tegen de leidende persoonlijkheden der rooden, voor zoover men ze heeft kunnen gevangen nemen. Het is slechts spijtig, maar volkomen in de Marxistische lijn liggend, dat de topleiding van de verschillende gruweldaden zorgt, dat zij bijtijds op voor hen veilig gebied zijn. Zoo was het met den rooden gouverneur van Malaga, zoo ook met de eerste communistische afgevaardigde in Spanje, Bolivar, die in het schoone milde Malaga een prachtige villa bewoonde.
Deze Marxistische leiders dragen de schuld van het leed en de verwoesting, welke in Spanje gebracht is. Zij hebben de massa stelselmatig opgezweept, met als gevolg, dat diezelfde massa als een beest werd en tot de grootste gruweldaden overging.
Gedocumenteerd kan aangetoond worden, dat in Madrid meer dan 65000 menschen vermoord zijn. In zijn geheel zijn het er zeker wel een honderd duizend geweest. De getallen zijn gemakkelijk geschreven en aanhoord. Maar bedenk ieder geval afzonderlijk, welk een leed dit in de families gebracht heeft. Wij ontmoetten een man, waarvan drie kinderen door de rooden vermoord zijn. En dat gaat nog maar steeds door. Op onze reis lazen we in de A.B.C. steeds maar weer de droeve lijsten van personen en families, die uitgemoord werden. Er zijn families, die twintig tot dertig dooden tellen. In alle hotels, waar we geweest zijn, wijst men ons fluisterend personen aan, die een of meer slachtoffers van de roode terreur onder hun familie tellen.
En wat het nog veel ernstiger maakt, is de bestaliteit en het sadisme, waarmede dit alles gebeurt. In Malaga danste men 's nachts om de lijken van hen, die men vermoord had. Wij spraken menschen, die de rooden triumfantelijk hadden zien rondloopen met de ooren van hun
| |
| |
slachtoffers. Dat hebben zij afgezien van de stierengevechten, waar de matador, wanneer hij goed gewerkt heeft, een oor van de gevelde stier krijgt. Wij zullen niet tot in de finesses mededeeling doen van de feiten, die wij hoorden. Mocht de lezer meer concrete feiten willen weten, dan verwijzen wij hen blz. 29-32 van het uitstekende boekje van Dr. M.W.R. van Vollenhoven, Oud Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister te Madrid, die, zooals hij ons mededeelde, zelf op de lijst stond van hen, die vermoord moesten worden. Hij is vanaf het begin in Spanje geweest en kent, zoowel door zijn langdurig verblijf in Spanje, als door zijn familie en vriendenrelaties, Spanje uitstekend. Verder het Fransche boekje ‘La persécution réligieuse en Espagne’ met een voorwoord van Paul Claudel. Of anders de in het Engelsch uitgegeven drie rapporten van communistische wreedheden. (Uitg. bij Eyre and Spottiswoode te Londen).
Alleen moeten wij nog wijzen op de verwoesting van kerken en cultureele gebouwen. Wij hebben vóór onze reis naar Spanje wel eens gezegd, dat we moeten protesteeren tegen de verwoesting en de vernieling van honderden Kerken in Spanje. Het blijkt nu, dat er over de 20.000 geplunderd of in brand gestoken zijn. De order van Moskou, dat ‘het verleden uitgewischt moet worden’ heeft men in letterlijken zin uitgevoerd, door kerken, bibliotheken, kunstwerken te vernietigen. De barbaar kan geen schoonheid zien en daarom werd petroleum en benzine aangedragen en moest dit zooveel mogelijk, en binnen den kortst mogelijken tijd vernietigd worden. Datgene, wat in eeuwen aan archieven en kunstschatten verzameld is, het werd binnen enkele maanden door de rooden vernietigd.
EN DIT ALLES DOOR DEN POSITIEVEN WIL DER LEIDENDE PERSOONLIJKHEDEN VAN HET ROODE VOLKSFRONT. Het gaat niet aan, zooals de Nederlandsche broers van het Spaansche Volksfront het doen voorkomen, dat dit excessen van afzonderlijke menschen zijn. DIT IS BESCHERMD, AANGEMOEDIGD, VERDEDIGD DOOR DE ROODE REGEERING.
Dit blijkt alreeds uit het feit, dat deze zgn. wettige regeering duizenden menschen met gevangenis gestraft en tot de doodstraf veroordeeld heeft, doch onder hen, over wie het doodvonnis werd uitgesproken, vinden wij niet de moordenaars, beulen, lijkenschenners, brandstichters en sadisten, die onderhoorig waren aan het roode bestuur.
Integendeel, men heeft dit slag menschen de vrijheid tot handelen gegeven. De gevangenissen werden geopend. Zij, die voor een politiek of sociaal conflict in de gevangenis zaten, waaronder ook behooren de moordenaars van hun patroons, werden reeds in Februari 1936 bij
| |
| |
decreet van de wettige regeering vrijgelaten. De anderen tusschen 18 en 20 Juli 1936.
In de meeste plaatsen gingen de verwoestingen onder leiding van den burgemeester. De lijsten van hen, die vermoord moesten worden, lagen klaar. En welbewust en doeltreffend ging men dan ook de menschen opzoeken, die op deze lijsten stonden. Vandaar dat de uitvoering zoo regelmatig en snel ging.
Zoo ook met het verbranden der huizen. Ook dit is getolereerd, beschermd en aangemoedigd door de roode leiding. In Malaga werden alle groote villa's uitgebrand, met uitzondering echter van die der communisten en socialisten. Wij bezochten de villa van den communistischen député, die een prachtige villa met 16 kamers en een groot park bewoonde. De omliggende villa's lagen in puin. Deze was ongeschonden en kon nu voor sociaal werk door de vrouwelijke Phalangisten gebruikt worden. De roode gouverneur gaf papieren aan buitenlandsche consuls en aan vreemdelingen, waarop stond: ‘Dit huis moet gerespecteerd worden. Het is van een vreemdeling’. Zoo bleef de woning van den Nederlandschen Consul gespaard. Zoo ook de vele groote rijke villa's van Engelschen, die in het met een prachtig klimaat gezegende Malaga leefden.
Wanneer men dan ook een villa ongehavend ziet, weet men met zekerheid, dat dit van een vreemdeling is. Het is gelukkig voor den eigenaar, dat deze huizen ongehavend zijn, maar van den anderen kant bewijst het zonneklaar, dat de brandstichtingen welbewust en welberekend zijn gebeurd. Een woeste massa, die in zinsverbijstering gehandeld zou hebben, had geen onderscheid tusschen de huizen van vreemdelingen en niet-vreemdelingen gemaakt, maar had alles zonder meer stukgeslagen en verbrand.
DE VERANTWOORDELIJKHEID LIGT BIJ DE LEIDING VAN HET VOLKSFRONT, EN BIJ DE LEIDING VAN HET ROODE VOLKSFRONT ALLEEN. DIT GELDT OOK VOOR DE MOORDPARTIJEN!
Lenin heeft eens gezegd: ‘Het is totaal onverschillig of 90% van de menschen te gronde gaan, als de 10%, die overblijven, maar betrouwbare communisten zijn, die het bestaan van de Sowjets veilig stellen’. In het Spaansche Communistenblad ‘Mundo Obrero’ van 10 Aug. '36 luidde het parool tegen alles wat zich tegen het marxisme verzet: ‘De misdaden van de verraders verdienen geen genade; de leuze luidt: uitroeien’.
In het Nederlandsche communistenblad, toen nog ‘Tribune’ heetende, werd dit triumfantelijk herdrukt.
|
|