| |
| |
| |
Joost van den Vondel
MEW IX,185-198; NNBW IV,1397-1409.
| |
259
Het // PASCHA // ofte DE VERLOSSIN // ge Israels wt Egijpten. //
TRAGECOMEDI // scher wij se een yeder // tot leeringh opt // tonneel gestelt.
// Den goeden vind' my goed // Den quaden straf en strengh //
Wanneer ick d'een behoed // En d' ander t'onderbrengh. // TOT
SCHIEDAM, // BY ADRIAEN CORNELISON BOECKDRVCKER. // 1612. (Deze titel
staat op een schild vastgehouden door Mozes en Aaron.)
Kolofon: TOT SCHIEDAM, // Voor Ian Wolffertsz Boecverkooper
woonende by de Kercke. // Anno 1612. V - O - E - I - P
- A(n) O: Epistre aan Iean Michiels van Vaerlaer (v).
V: gericht tot den Goedtwillighen Leser. I: Kort
Begrijp. E: Ghetrou altijt, (= T. Sergant); T'kan verkeeren, (= G.A.
Bredero); Godt is mijn Heyl, (= W. Bartjens); Bemint de waerheydt, (= J.S.
Kolm); Liefd' al volmaect. A: Verghelijckinghe vande verlossinge der
kinderen Israels met de vrijwordinghe der Vereenichde Nederlandtsche
Provincien. P: Beelden: Godt de Heere; Moyses; Aaron; Corach;
Iosua; Caleb; Pharao; Tiphus en Serax, Droombedieders ende Toovenaers; Albinus,
Velt-hooftman; Den Reye der Egyptenaren; Den Reye der Israelieten; Fama; Choor.
Het stuk is reeds opgevoerd in 1610 (Smit 1956, 31).
Moderne uitgave WB I,159-264. AUB: 375G24;
BM: 11755.d.45.; LUB: 2143B31; *MNL: 1098B77.
Asselbergs 1940; Van Eemeren 1981, passim; Johannessen 1963, 73-80;
Molkenboer 1950, 161-199,207-210; Overdiep 1948c, 439-443; Rens 1965,214; Rens
1969, 86-88; Rens 1977a, 77,233; Rens 1979, 286-287; Smit 1956, 31-60; Unger
1888a, nr. 66-70; Te Winkel 1973, III,262-267; Worp 1892, 299; Worp 1920,
27,69,94,175; Worp 1970, I,263-265,284-286.
| |
260
HIERVSALEM // (g) Verwoest. (g) // TREVRSPEL. // (c) Den Joden tot
naedencken, den Christenen // tot vvaerschouwingh als op het tooneel //
voorgestelt (c) // Door I. v. VONDELEN. // MAT. XXIII // (g) Ziet u Huys
word u woest gelaten. (g) // (vignet: gelauwerd ridder die op de wereldbol
staat, met randschrift ‘Anagr: ICK STRII OP ONS EERDE’) // Virg:
in AEneas I. Boeck. // Hier zyn de tranen van ons smert, // En d'ongevallen
roeren 't hert. // T'AMSTELDAM, // - // (g) Voor Dirck Pietersz. Boeckverkooper
op 't Water / // inde witte Persse / recht over de Korenmerckt. (g) // ANNO
1620. | |
| |
E - O - V - I - A - P - A(n) O:
aan Cornelis Pietersz. Hoofd. E: Guilhelmus Vondel. V: Aen den
Gedichtlievenden Lezer. A: Aende Ioodsche Rabbijnen; Davids
Lofzangh van Hierusalem (n). P: Treurspeelders: Iosephus,
voorvechter der Ioden; Titus, de Keyzer; Librarius, Rothmeester; De Rey van
Roomsche Soldaten; De Dochter sion; De Rey van StaetIonffren; De Rey van
Ioodsche Vrouwen; De Rey van Iodinnen in't algemeen; Phineas, priester; De Rey
van Priesteren; Terentius, hopman; Fronto, drossaert; Simeon, Bisschop van
Ierusalem; De Rey van Christenen; Gabriel, een Engel. Moderne
uitgave WB II,74-215. AUB: 196D61; BM: 11754.e.31; BN: Yi.740;
KH: 822A383; MNL: 1088B32; NUB: 110C311 en Instit. Nls.
4324; UBL: A13469 en *A13470. Asselbergs 1965; Van
Eemeren 1981, passim; Johannessen 1963, 80-85; Kamphuis 1943; Molkenboer 1950,
627-657; Overdiep 1948c, 443-447; Rens 1969, 88-92; Rens 1977, 94,233; Smit
1956, 61-96; Unger 1888a, nr. 91-97; Worp 1892, 299; Worp 1970,
I,255,266,284,286.
| |
261
I.V. VONDELENS // PALAMEDES // (g) OFT (g) // Vermoorde
Onnooselheyd. // (g) Treur=spel, (g) // NVNC CASSVM LVMINE LVGENT. // (vignet:
een brandende kolom) // (g) Ghedruckt na de Copye (g) // Tot AMSTERDAM, // - //
(g) By (g) Jacob Aertsz. Colom, (g) Boeckvercooper op 't Water / // in de
vyerighe Colom. (g) Anno 1625. A - V - I - P
A: Klinckert. V: Voor-Reden. P: Palamedes; Rey van
Euboeers; Rey van Ithakoisen; Megeer; Sisyphus; Ulysses; Ulysses dienaer;
Diomedes; Rey van Peloponnesers en Ithakoisen; Euripilus; Schildwacht;
Agamemnon; Agamemnons dienaer; Nestor; Aiax; Oates; Thersites; Calches; Bode;
Neptuin; Priam; Hecuba; Rey van Trojaensche Maegden. Moderne
uitgave door N.C.H. Wijngaards (Vondel 1978) en WB II, 615-753.
AUB: 196F16; BM: 11754.bbb.65; BN: Yi.865; KB: V.B.6794; KH: 232L25(2);
MNL: 1093G34; NUB: 306.C.594 en 131.C.132; SBA: C43580; UBG:
BL75956 en Ti2103 en Ti2104; *UFSIA: Ren Dra; UBL: RésA31480.
(Alle exemplaren dateren van 1625, maar het is niet zeker dat het allemaal
eerste drukken zijn.) | |
| |
Bomhoff 1950, 161; Van Eemeren 1981,
passim; Gerritsen 1978; Gerritsen 1980, passim; Muller 1931b, 296-309; Overdiep
1948c, 449-452; Rens 1965, 214; Rens 1969, 92-96; Rens 1977a, 98, 233; Smit
1956, 99-131; Szarota 1967, 274-285; Unger 1888a, nr. 112-146; Unger 1888b;
Vondel 1978; Walch 1906; Te Winkel 1973, III,400-404; Worp 1892, 299; Worp
1920, 94,95,107,129,145,194; Worp 1970, I,267-288 passim.
| |
262
DE // AMSTELDAMSCHE // HECUBA // (g) Treur-Spel, (g) //
πλήρης στεναγμῶν, οὐδὲ δακρύων κενός // (vignet: brandende kolom) //
T'AMSTELDAM, // (g) By (g) Iacob Aertsz. Calom. (g) Boeckvercooper opt water /
// inde vyerige Calom (g) 1626. A - G - O - I - P
A: Hecuba. G: scène uit het spel. O: aan Antonis
de Hubert. P: Hecuba; Rey van Vrouwen; Talthybius; Pyrrhus; Agamemnon;
Calchas; Andromache; Raedsman; Ulysses; Astyanax; Helene; Bode.
De opdracht aan Antonis de Hubert is gedateerd 6 augustus 1625.
Bewerking van Seneca Troades (Worp 1970, II,117).
Moderne uitgave WB II,529-612. AUB: 196D31;
BM: 11755.e.49; BN: Yi.1003; MNL: 1501A26; UBG: BL50126; *UFSIA: Ren
Dra. Van Eemeren 1981, 27-28; Gerritsen 1980, 209; Overdiep
1948c, 447-449; Rens 1977a, 99,233; Smit 1956, 132-143; Unger 1888a, nr.
107-113; Worp 1892, 298.
| |
263
VONDELENS // HIPPOLYTVS // OF // Rampsalige kuyscheyd. // (vignet:
wapen van Amsterdam) // Gedruckt in 'tIaer ons Heeren. 1628. I
- P - O - A(n) O: Opdracht aan den getrouwen
Hollander(v) (= Hugo de Groot volgens WB III,200). A:
Liicktraenen. P: Treurspeelders: Hippolytus; Phaedra;
Voester; Rey; Theseus; Bode. | |
| |
De uitgever is waarschijnlijk
Willem Jansz Blaeu (WB III, 198). Vertaling van Seneca
Hippolytus (Worp 1970, II,117). Moderne uitgave WB
III,197-254. AUB: 196D12; MNL: 1501A6; *NUB:
110C3118. Van Eemeren 1981, 28, 197; Smit 1956,
144-153; Unger 1888a, nr. 162-167; Worp 1892, 299; Worp 1970, I,268.
| |
264
HVIGH DE GROOTS // IOSEF // OF // SOFOMPANEAS. // TREVRSPEL. //
Vertaelt door I. v. VONDEL. // Gen. Iosef zal groeien, hy zal groeien als
een spruit aen een bron. // (drukkersmerk: een sfeer met links Chronos met
zijn zeis en rechts Heracles met zijn knots, met onderschrift ‘INDEFESSVS
AGENDO’) // t' AMSTERDAM, // By WILHELM BLAEV, // CIƆIƆCXXXV. V - P - E(n) V:
aen alle Nederlanders E: I. Liscali. P: Iosef mede Sofompaneas
genoemt; De Rey der Moorinnen; Ramses, Iosefs hofmeester; Iudas en Ruben,
Iosefs broeders; Bode; Simeon en Beniamin, Iosefs broeders; Farao, Koning van
Egypten. Vertaling van Hugo de Groot Sofompaneas (Worp
1970, II,118). Moderne uitgave WB III, 431-483.
AUB: 196D6 en Ned. Sem.; BM: 11755.aa.38. (5.); BN: Yi.1092; *MNL:
1501A25. Van Eemeren 1981, 28; Ter Meulen en Diermanse 1950,
162-169; Smit 1956, 154-173; Unger 1888a, nr. 216-233; Worp 1920,
94,95,106,109,125,144,145; Worp 1970, I,272.
| |
265
I.V. VONDELS // GYSBREGHT // VAN // AEMSTEL, // d'Ondergang van
zijn stad en zijn ballingschap. // TREVRSPEL. // Vrbs antiqua ruit. //
(vignet: een sfeer met links Chronos met zijn zeis en rechts Herakles met zijn
knots, met onderschrift ‘INDEFESSVS AGENDO’) // t' AMSTERDAM, // By
WILHELM BLAEV. // cIɔIɔCXXXVII. O - A - I - P
O: aan Huigh de Groot. I: Kort Begriip. | |
| |
A:
Voorspel (aan het bestuur van Amsterdam); Op den nieuwen
Schouwburg aan Nikolaes van Kampen. P: Gysbreght van Aemstel;
Willebrord, Vader van 't Kathuizers Klooster; Arend van Aemstel, Gijsbreghts
broeder; Vosmeer, de spie; Rey van Amsterdamsche Maeghden; Willem van Egmont,
veldheer; Diedrick van Haerlem, maerschalck; Hoplieden; Poortier van 't
Klooster; Rey van Edelingen; Badeloch, Vrouw van Aemstel; Broer Peter, deken;
Bondtgenooten; Rey van Klaerissen; Gozewyn van Aemstel, Bisschop van Uitrecht;
Klaeris van Velsen, abdis; Rey van Burghzaten; Bode; Vlughtelingen; De heer van
Vooren met den trompetter; Adelgund, Gijsbreghts dochter; Veenerick,
Gijsbreghts zoontje; Rafael, een der zeven Engelen.
Première A.S. 3 januari 1638. Moderne uitgave door
W.A. Ornée (Vondel 1975b), WB III,514-600 en door T. Terwey, C.G.N. de
Vooys en L.M. van Dis (Vondel 1974b). AUB: Kamer I; BM:
11755.b.66; BN: Yth.66581; KB: VI 36.698 A; KH: 448K37; *NUB:
110C3119; UBG: BL75959. Albach 1935;
Albach 1937a; Albach 1937b; Van der Blom 1975; Bomhoff 1950, 161; Bruch 1932;
Van Eemeren 1979; Van Eemeren 1981, passim; Hellinga 1968; Hummelen 1967,
44-49; Johannessen 1971; Johannessen 1979, 289-290, 298-299; De Jong 1952,
15-16; De Leeuwe 1964; Molkenboer 1937; Oey-de Vita 1973; Rens 1966, 253,257;
Rens 1969, 96-100; Scholz-Heerspink 1975; Simons 1931; Smit 1956, 174-219;
Smits-Veldt/Teusink 1978, 21-27,30,70-71; Sterck 1932; Sterck 1937b; Unger
1888a, nr. 236-286; Vondel 1975b; Te Winkel 1973, I, 440-449; Worp 1892, 299;
Worp 1920, passim; Worp 1970, II,508.
| |
266
I.V. VONDELS // ELEKTRA // van // SOPHOKLES. // TREVRSPEL.
// Sola Sophocleo tua carmina digna cothurno. // Ghespeelt in de
Amsterdamsche Schouwburgh, in November, 1640. // (vignet: waterput met
devies ‘ELCK ZYN BEVRT’) // t' AMSTERDAM, // - // Gedruckt by
Nicolaes van Ravesteyn. // - // Voor Dirck Cornelisz Hout-haeck,
Boeckverkooper // op de Nieuwe zijds Kolck, Anno 1639. O - B -
I - P - I(n) O: aan Maria Tesselscha Roemers. B: Aulus
Gellius in het zevenste boeck, en vijfde hoofdstuk van zijn Attische
nachten; Justus Lipsius in het eerste boeck der Standvastigheid.
P: Leermeester; Orestes; Elektra; Rey van inlandsche Maeghden;
Chrysothemis; Klytemnestra; Aegisth. Sommige exemplaren hebben
op de titelblz. ‘November, 1639’ (Unger 1888, nr. 305). | |
| |
Première A.S. 13 november 1639.
Vertaling van Sophocles Elektra (Worp 1970, II,117).
Moderne uitgave in WB III, 639-707. AUB: 196D46 en
1451E67); BN: Yi.715; *KB: IV, 58.251.A; LUB: 2143B37;
MNL: 1501A24; SBH: 76E22:11. (Alle exemplaren dateren van 1639, maar het is
niet zeker dat het allemaal eerste drukken zijn.) Van Eemeren
1981, 28-29,195; Van Hamel 1973, 220; De Jong 1952, 18-20; Smit 1956, 229-240;
Smits-Veldt 1979, 250-254 passim; Unger 1888a, nr. 305-310; Worp 1892, 299;
Worp 1970, I,271,273.
| |
267
J.V. VONDELS // MAEGHDEN. // TREVRSPEL. //
῾Υμᾶς ᾿τ ὀνήζω, τούς δέ τε βλαψω θανὼν. // Mediisque
in millibus ardet. // (vignet: waterput met spreuk: ‘ELCK ZYN
BEVRT’) // t'AMSTERDAM, // - // Voor Abraham de Wees, Boeckverkooper op
den Vygen- // Dam, in't Nieuwe Testament. In den Jaere 1639.
Kolofon: t'Amsterdam, Gedruckt by Dominicus vander Stichel.
O - I - P - A(n) O: Opdraght aen
Agrippine (v). A: Op de Tweedraght der Christe Princen. Aen Iesus
Christus. P: Aquilin, Aertsbisschop van Keulen; Burgemeesters; Bode;
Attila, Koning der Hunnen; Juliaen, Veldmaerschalck; Ursul, Koningin van
Britanje; Rey van Agrippiners; Beremond, Aerts-offervinder, en Legerwichelaer;
Sinte Ursuls Geest; Sint Aethereus Geest. Première A.S.
19 december 1650. Moderne uitgave WB III, 708-780.
AUB: 2451E72); BM: 11754.bb.42. (16.); BN: Yi.835; KB:
V.B.6774; KH: 443A95; MNL: 1501A13; NUB: 110.C.3120 en TZ.C738; SBA:
C87021; SBH: 76E23:3; UBG: BL580031; *UFSIA: Ren Dra. (Alle
exemplaren dateren van 1639, maar het zijn niet allemaal eerste drukken.)
Bomhoff 1950, 161; Van Eemeren 1981, passim; De Jong 1952,
22-24; Rens 1965, 213; Rens 1966, 254,258; Rens 1969, 101-105; Schönle
1968, 71-76; Smit 1956, 241-262; Smit 1968, 36; Smits-Veldt 1979, 250-256,
passim; Smits-Veldt/Teusink 1978, 31-34, 72-73; Szarota 1966; Szarota 1967,
147-161; Unger 1888a, nr. 311-319; Worp 1892, 233; Worp 1920, 95, 119; Worp
1970, I,271,273,286.
| |
| |
| |
268
J.V. VONDELS // GEBROEDERS. // TREURSPEL. // Fuimus
Troës. // (vignet: waterput met spreuk ‘ELCK ZYN BEURT’)
// t'Amsterdam, by Dominicus vander Stichel. // - // Voor Abraham de
Wees, Boeckverkooper op den Middel- // Dam, in't Nieuwe Testament. ANNO 1640.
O - I - P - A(n) O: aan Geeraerd Vossius.
A: Davids Lyckklaght over Saul en zijn zoonen; (in het exempl. SBA
tussen O en I: De Koninghlycke Harp aen Kornelis van Kampen). P:
Abjathar; Rey van Priesteren; David; Levyten; Gabaonners; Benajas; Rispe;
Michol; De Gebroeders; Mephiboseth. De opdracht aan Geraerd
Vossius is gedateerd 29 november 1639. Première A.S. 8
april 1641. Moderne uitgave door K. Langvik-Johannessen en K.
Porteman (Vondel 1975a) en WB III,797-878. KB: V.B.6774; KH:
392H28(1); MNL: 1501A12; *SBA: C43576; UBG: BL50123.
Bomhoff 1950, 161; Van Eemeren 1981, passim; Johannessen 1963, 114-132; De
Jong 1952, 20-22; Rens 1965, 211; Rens 1966, 252; Rens 1969, 105-110; Smit
1956, 265-302; Smits-Veldt 1979, 257-260; Smits-Veldt/Teusink 1978, 38-41,
76-78; Unger 1888a, nr. 321-329; Vondel 1975a; Worp 1892, 299; Worp 1920,
88-145 passim; Worp 1970, I,271,286.
| |
269
J.V. VONDELS // JOSEPH // In DOTHAN. // TREVRSPEL. //
Infidos agitans Discordia Fratres. // (vignet: Waterput met spreuk
‘ELCK ZYN BEVRT’) // t'AMSTERDAM, By Dominicus vander
Stichel. // - // Voor ABRAHAM de WEES, Boeckverkooper op den Middel- // dam, in
't Nieuwe Testament. Anno CIƆIƆC XL. O - I - P O: aan
Ioachim van Wickevorst. P: Rey van Engelen; Ioseph; Simeon; Levi; Iudas;
Ruben; Vrachtmeester. Première A.S. 26 december 1640.
Moderne uitgave door J.D.P. Warners en F.L. Zwaan (Vondel
1977), door L. Strengholt (Vondel 1974a) en WB IV, 71-147. | |
| |
AUB: 196D25; BM: 11754.bb.42.(4.); BN: Yi.1461; KH: 2105A11(1) en 448L9;
MNL: 1501A7; *NUB: 110C312. Antonissen 1971;
Bomhoff 1950, 161; Van Eemeren 1981, passim; Van den Eerenbeemt 1939;
Johannessen 1963, 134-140; De Jong 1952, 24-25; Korpershoek 1937; Noë
1952-1953; Rens 1965, 213; Rens 1969, 110-116; Smit 1948; Smit 1956, 303-354;
Smits-Veldt 1979, 260-261; Smits-Veldt/Teusink 1978, 42-43, 79-81; Unger 1888a,
nr. 334-354; Vondel 1974; Vondel 1977; Te Winkel 1973, IV,192-197; Worp 1892,
299; Worp 1920, 95-145passim; Worp 1970, II,514.
| |
270
J.V. VONDELS // JOSEPH // In EGYPTEN. // TREURSPEL. //
Nusquam tuta Fides. // (vignet: waterput met onderschrift ‘ELCK ZYN
BEURT’) // t'AMSTERDAM, Gedruct by Dominicus vander Stichel. // -
// Voor ABRAHAM de WEES, Boeckverkooper op den Middel- // dam, in 't Nieuwe
Testament. Anno CIƆIƆCXL. O - I - P O: aan
Ioan Vechters of Victorijn. P: Rey van Engelen; Joseph; Voester;
Staetjoffers; Jempsar; Potiphar. Première A.S. 28
januari 1641. Moderne uitgave WB IV, 148-208.
AUB: 196E27; KH: 2105A112 en 448L10; LUB: 1091B42; MNL:
1501A11; *NUB: 110C313. Van Eemeren 1981, passim;
Johannessen 1963, 140-150; De Jong 1952, 25-26; Rens 1965, 213; Rens 1969,
116-119; Smit 1956, 355-385; Smits-Veldt/Teusink 1978, 44-46,82-83; Unger
1888a, nr. 355-370; Te Winkel 1973, IV,197-198; Worp 1892, 299; Worp 1920,
72,95,106,109,119,144,145; Worp 1970, II,514.
| |
271
J.V. VONDELS // PETER // en // PAUWELS. // TREVRSPEL. //
Tantae molis erat ROMANAM condere GENTEM. // (vignet: waterput
met spreuk ‘ELCK ZYN BEURT’) // t'AMSTERDAM, (g) Gedruckt by
Dominicus vander Stichel. (g) // - // Voor Abraham de Wees,
Boeckverkooper op den Middeldam, // in 't Nieuwe Testament. Anno 1641.
O - B - I - P O: Opdragt aan Eusebia
(= Maria Tesselscha Roemers, WB IV, 221). B: Citaat uit Huigh de Groot,
Uitlegginghe over de Anti-Christ. | |
| |
P: Simon Toveraer en
Elymas, Geesten; Petronel en Plautil, Leerlingen der Apostelen; Peter en
Pauwels, Apostels; Rey van gekerstende Soldaten; Cornelia, Moeder der Nonnen
van Vesta; Aertsofferwichelaer; Domitius Nero, de Keizer; Agrippa, zijn
Opperste; Linus, Sint Peters nazaet. Moderne uitgave WB
IV,220-294. AUB: 196D76 en 689C79 en 2451E515); BM:
11754.bb.42. (14.); BN: Yi.1471; KB: V.B.6774 en V.B.6776; KH:
2105A141 en 946C19 en 448K149 en 448L11; LUB: 2143B313;
MNL: 1501A142; NUB: 110C315 en 18.C.24; SBA: C50568 en
C87046; SBH: 76E21:13; UBG: BL580028; UBL: *A18902 en A13474.
(Alle exemplaren dateren van 1641, maar het is niet zeker dat het allemaal
eerste drukken zijn.) Bomhoff 1950, 161; Van Duinkerken 1966,
95-103; Van Eemeren 1981, passim; De Jong 1952, 26-28; Michels 1949; Notermans
1938; Rens 1965, 214; Rens 1969, 119-126; Smit 1956, 386-411; Stuiveling 1967;
Unger 1888a, nr. 374-382; Te Winkel 1973, III,485-486; Worp 1892, 299; Worp
1970, I,273,286.
| |
272
MARIA // STUART // OF // GEMARTELDE // MAJESTEIT. // (vignet:
portret van Maria Stuart, met onderschrift ‘MYN HARTEKENNER ZIT OM
HOOGH’) // TE KEVLEN // IN D'OUDE DRUCKERYE. // MDCXLVI.
Gedrukt door Dominicus vander Stichel, uitgegeven door Abraham de Wees
(Unger 1888a, 431). O - I - P - A - A(n) O:
aan Eduart, Palts-grave bij den Rijn. A: Anagramma; Epitaphium;
Bijschrift op d'afbeeldinghe van Maria Stuart; Triomf van Maria Stuart (n);
Getuygenis uyt Kamdeen (n); Voorbyganger (n); Grafschrift en
Grafdicht door Koning Jakobus (n); Klaghte over de weerspannelingen in
Groot Britanje (n); Grafschrift uyt Vondels Poëzye (n). P:
Biechtvader; Melvin, Hofmeester; Burgon, Lijfarts; Rey van Staetjofferen; Maria
Stuart, Monarche van Groot Britanje; Kenede, Kamenier; De Graven, Halsrechters;
Paulet, Slotvooght. Moderne uitgave WB V, 162-238.
AUB: 2451E611); BM: 11755.e.60. (13.); BN: Yi.1479; KB:
V.B.6777 en V.B.6774; KH: 2105A145 en 448K104; LUB: 2143B314; NUB:
110C3122 en 306C593 en 18C31 en 18C.914; SBA:
87023; SBH: 76E23 en 128A22:1; UBG: BL50125 en BL75955 en
H7635 en BL343aa en BL530020; UBL: A18902 en
A13474 en Bib. Theologie; *UFSIA: Ren Dra. (Alle exemplaren dateren | |
| |
van 1646, maar het is niet zeker dat het allemaal eerste drukken
zijn.) Bomhoff 1950, 161; Van Eemeren 1981, passim; Flemming
1929, 116-120, 184-189; De Jong 1952, 43-45; Rens 1965, 214; Rens 1966, 254,
257-260; Rens 1969, 126-128; Smit 1956, 412-445; Szarota 1967, 216-233; Unger
1888a, nr. 431-439; Verhofstadt 1969, 393-297; Te Winkel 1973, III,494-496;
Worp 1892, 299; Worp 1920, 119-120; Worp 1970, II,520.
| |
273
I.V. VONDELS // LEEUWEN- // DALERS. // LANTSPEL. // PAX OPTIMA
RERUM. // (vignet: waterput met spreuk ‘ELCK ZYN BEVRT’) //
t'AMSTERDAM, Gedruckt by Jacob Lescaille. // - // Voor Abraham de
Wees, Boeckverkooper op den Middeldam, // in 't nieuwe Testament, in't jaer
M.D.C.XLVII. O - I - P O: aan Michiel Le
Blon. P: Kommeryn, Vredegunts minnemoeder; Blinde Wouter, Roeper, en bode;
Adelaert, Lantskroons voesterkint; Hageroos, Groote Vrericks voesterkint; Rey
van Leeuwendalers; Heereman, Heemraet van de Zuidtzijde; Volckaert, Heemraet
van de Noortzijde; Lantskroon en Vrerick, Heerschappen; Warner en Govaert,
Huismans; Velleede, Priesterin en Waerzeggerin van Pan; De Wildeman; Pan,
Vee-en-jaghtgodt. Een aantal exemplaren van de eerste druk
hebben een gecorrigeerde datum 1648. Moderne uitgave WB
V,261-353, Vondel 1948, 69-199; AUB: 2451E613); BM:
11754.bb.43 (14.); BN: Yi.804; KB: V.B.6774; KH: 448K153 en 863E49(9); LUB:
2143B316; MNL: 1501A5; NUB: 110C3123 en
306.C.595 en 18C32; UBG: BL580013; UBL: A18902 en
*A13474. (Alle exemplaren hebben de datum 1647, maar het is niet zeker dat
het allemaal eerste drukken zijn.) Van Eemeren 1981, passim;
Geerts 1934; De Jong 1952, 48-51; Rens 1966, 254-255; Rens 1969, 129-130;
Schönle 1968, 56-59; Smit 1956, 446-495; Unger 1888a, nr. 444-454; Verkuyl
1971, 452-456; Vondel 1948; Te Winkel 1973, III,155-156,496-497; Worp 1920, 95;
Worp 1970, I,405-408.
| |
| |
| |
274
I.V. VONDELS // SALOMON. // TREURSPEL. // Quantum mutatus ab illo!
// (vignet: waterput met onderschrift ‘ELCK ZYN BEURT’) //
t'AMSTERDAM, Gedruckt by Jacob Lescaille. // - // Voor ABRAHAM DE WEES,
Boeckverkooper op den Mid- // deldam, in 't Nieuwe Testament, in 't Vredejaer
1648. O - I - P O: aan Iustus Baeck. P:
Wetgeleerde; Ithobal, een Sidonisch Hofpriester; Rey van Jerusalemmers;
Sidonische Hofjoffers; Sidonia, de Koningin; Salomon, de Koning; Benajas,
Veltheer en hooft der lijfwacht; Sanhedrin, De Breede Raet; Sabud, 'sKonings
Vertrouweling; Sadock, d'Aertspriester; Nathan, de profeet.
Moderne uitgave WB V,373-449. AUB: 196D55 en
2451E513; BM: 11755.e.59. (14.); BN: Yi.1649; KB: V.B.6774; KH:
448I113; LUB: 2143B315; *MNL: 1501A10; NUB: 221.C.133 en
110C316 en 18.C.915; SBA: C60631 en C87029 en C87028;
SBH: 76E21:2; UBG: BL343bb en BL530013 en
BL75957 en BL580027; UBL: A13474 en Bib. Theologie.
(Alle exemplaren hebben de datum 1648, maar het is niet zeker dat het
allemaal eerste drukken zijn.) Van Eemeren 1981, passim;
Johannessen 1963, 151-164; Johannessen 1979, 300; De Jong 1952, 53-54;
Molkenboer 1934; Rens 1965, 215; Rens 1969, 131-134; Smit 1970, 11-53; Unger
1888a, nr. 458-464; Worp 1920, 95,106,111,125,144; Worp 1970, II,529.
|
|