Och of de menschen hare doling kenden.
EEn Sterre-kijker op de Markt te Athenen speculerende op een bort daar veele Sterren opgeschildert waren, en de selve noemende, seggende onder ander, dit zijn dwalende Sterren: Diogenes, dit horende, seyde: goede Vrient, gy moet niet jokken, die Sterren dwalende niet, maar dese (wijsende op de Omme-standers) dwalen.