Klucht van een Hof-Nar.
EEn Hof-nar bad sijn Vorstin om by haar eens te slapen, wel seyde de Vorstin, wat wilt gy mijn geven? tien gulden sprak de Nar als gekkende neen, ik most meer hebben, de Nar opstaande van noch thien, tot soo lang dat het hondert gulden was, doe sey de Vorstin kom lang geld, de Nar begon te roepen, Heer schaft geld, schaft geld, geld, hier is een Hoer.