en Dochter tot Hoeren, als onse Dom-Heeren doen: Het was oock een
verloopenen Slungel, als de Kaerte-maecker, Glaser, Touslagher, Zeyle-maecker,
Naelde-maecker, Spelde-maecker, Borstel-binder, Compas en Kamme-maecker. Item,
het was oock een Smeerrutser en Honighlicker, als de Procureus Advocaten, en
andere Pen-lickers: Hy nam gelt, verriedt onschuldigh Bloet, als de
Krijghs-luyden en Landts-knechten: Hy was oock heel versmets als een Voermans
sweepe; Listigh en op alle voordeel afgherecht, als de Duyvels Wormen, de Gelt
en Koorn-Woeckeraers, Gelt beknippers, Koop-luyden, Sloote-maeckers, en
Kleyn-smeeden: Hy liet hem met geldt besteecken, als de Amptlieden, Richters,
Vooghden ende schrijvers? En hy was gantsch gierigh als de Papen, Hy hadde oock
een groote Buydel aen sijn Gordel hanghen, als de Biersleepers tot Lubeck: Hy
ginck oock ter Kercken, en hoorde onsen Heere, hy voer lijckwels in sijn boose
voornemen voort, als een ander Duyvels Kindt. Hy verstont hem oock wel op
liegen, als de Doctoren die op de Marckt staen, de Apteeckers, Sturgers, de
Muyse vanghers, Tande-breeckers, Heckel-makers, Luyden beschijtters en Geldt
Muysers, en was vergheselschapt met de Kramers, die met de Dobbel-steenen het
onder ofte der over en die met meer andere geldt strickjes omloopen, waer