De geest van Jan Tamboer
(1659)–Jan Pietersz. Meerhuysen– Auteursrechtvrij
[pagina 143]
| |
Heer, sy staen onder een vyerigen Oven. Hy weder seyde, ick woude wel dat ick daer eens in backen mocht: Het sou mijn Heer niet geraden wesen, ick hebber van de morgen noch een Gans in ghebraden, ick wou dat ghy 't vet daer van om de tanden had. |
|