Van een Prins en een Boer.
Seker Prins eens uit wandelen agende, ontmoetende een boer die sijn
Wijf by hem op de wagen hadde, ende de Prins hem vragende, wat wilt ghy voor de
Gans hebben, dien ghy daer op de wagen hebt? De boer antwoorde, ende seide, sy
is my niet te koop: De Prins seide, setse maer op gelt; de boer seide wederom,
sy sou mijn Heer al te dier vallen, want ick hebbe daer gister avont noch een
veere uit getrocken, die wil ick om gheen ses Rosenobels geven.