De geest van Jan Tamboer
(1659)–Jan Pietersz. Meerhuysen– Auteursrechtvrij
[pagina 24]
| |
meer, dan een enckel stuck van achten in sijn sak had. Evenwel besluyt nemende, haelt het stuck van achten uyt sijn sack, en gheschooren zijnde, smijt het selve op de Vloer, en loopt al zijn best deur. De Meester, het gelt opgerapt hebbende, loopt ylinghs ter deuren uyt, en roept, Huys-man, Huys-man, hoort hier, ghy geeft te veel, ghy moet gelt weerom hebben. Den Boer, te meer voort loopende, riep: Het ander dubbeltje sal ick daer nae wel gheven. Meenende dat hy juyst een Rijxdaalder had moeten geven, om dat den ander voor sijn jaer tijdt soo veel gegeven hadde. Dewijl veranderingh van spyse wel doet eeten, sal ick nu eens in rijm verhalen, een. |
|