Aardige woorden-slagh van een Iuffer.
Een Iongman met eenighe jonge luyden in geselschap zijnde, versocht,
sigh te mogen abzenteeren, vermidts hy sich niet wel bevondt. Een Iuffer, hem
vraghende, wat hem schorte, kreeg ten antwoord: dat hy een wind ghevat hadt, en
daer over qualick gheworden was Maer, vraeghde sy voort, u, sedert wanneer hebt
ghy die wint gevat? 't is, antwoorde hy, omtrent twee uuren geleeden, wel,
sloeg sy daer op, toen is' er my juyst een ontvloogen.