aanschouwing van de schoonheid welker geestelijke grond de Katholieke Kerk is. Ik ontdek in mij een nieuwe wereld van gedachten.
‘De tocht door dit gebenedijde land zal een diepen ommekeer in ons teweegbrengen’, zeide Christine vanavond tot mij toen ik mijn geestdrift voor de religieuze kunst trachtte uit te zeggen - ‘het is niet zonder zin dat wij deze reis maken.’ - Het was op dat ogenblik of ik de aanwezigheid voelde van een onzichtbare leiding.
Wij slaan met verwondering de stille blijheid en den eerbiedigen schroom gade van Pieterke, wanneer hij een kerk binnentreedt. Zijn grote kinderogen kijken rond, hij vraagt fluisterend de betekenis der beelden en waarom toch overal het kruis is aangebracht. Het is zonderling hoe de knaap door dit al wordt aangetrokken. Onlangs vroeg hij: ‘Waarom knielen wij niet? En bidden?’ - Wat te antwoorden, vooral daar hij onze aandachtige bewondering voor de kerken ziet en onzen eerbied voor hetgeen er geschiedt?