18 Augustus
Bij W. zwaar geredeneerd over Bloy. Ook S. was met ons en onder den maaltijd las W. ons: Lamentation de l'Épée voor. Bloy's geest kent geen wankeling. Deze mens staat rustig midden in de chaotische verwarring van dezen tijd. En hij is een bizonder groot dichter. Hevig bewonder ik zijn gedachten, zijn taal en zijn sterke overtuiging. Zijn wezen is een brand van liefde.