hult het glimlachend gelaat, dat ik sinds jaren gezien heb en meende te kennen? - Het geluk is vertrapt, het leven is bevuild op de smadelijkste wijze. - En dan, het verbijstert mij, dat
deze man, die anderen en zichzelf zo onnoembaar kwaad heeft gedaan, mij zijn abjecte daden vertelt met een zeker welbehagen, op luchthartigen, speelsen toon. Of trachtte hij zijn morele ellende te verbergen onder die schijnbaar superieure houding? Ik voel mij in hem, mijn medemens, vernederd, bezoedeld, verlaagd. Gaan wij niet meer rechtop als goden, het voorhoofd glanzend van edele gedachten, weerspiegelen onze ogen niet meer het hemellicht? - Ik moet mijn verstand gebruiken, ik moet koel redeneren. Waarom zou het weerzinwekkend en slecht zijn, hetgeen die man gedaan heeft? Tegen wat, tegen wien zondigde hij? - Ik spreek van zonden en zondigen. Maar dat is een dwaasheid voor iemand die niet weet wat goed en kwaad is! Ik geloof immers aan niets. Ik kan dien man en zijn daden dus niet veroordelen. En in naam van wat of wien zou ik dat vermogen? Wáárom zou hij anders hebben moeten handelen, daar het hem lust was aldus te leven? Alles is geoorloofd. Ik weet dat wel. Heb ik zelf wellicht niet afschuwelijker dingen gedacht, en in die gedachten en voorstellingen behagen gevonden? Een ieder is vrij om te doen wat hij verlangt, indien hij slechts den moed ter volvoering heeft. Die man heeft zich niet laten beperken door bekrompen meningen. Aan wien of wat is hij verantwoording schuldig voor zijn daden? - Aan niemand en niets. Want er is niets boven hem. Hij heeft gelijk en ik heb ongelijk. Alles is geoorloofd. Er zijn geen grenzen. Er is goed noch kwaad. Alles is geoorloofd.
Maar waarom snikt in mij het verlangen naar hoogheid, naar adel en zuiverheid? - Hereditaire aanleg! Atavistische vooroordelen! welke ik uit mij moet rukken, daar zij met geen werkelijkheid overeenkomen.
En toch voel ik in het diepst van mijn hart een uiterst broos vermoeden, dat het aldus niet kan zijn, dat er wél iets eeuwigs moet zijn, daar buiten ons, in het doodstille