Een harde slag heeft ons
getroffen: de commandant heeft bepaald, dat vrijstaande mannen en vrouwen met
ingang van 15 december nog slechts een keer in de zes weken een pakket
levensmiddelen van niet meer dan twee kg. mogen ontvangen, gezinnen met niet
meer dan twee kinderen een pakket per vier weken, gezinnen met meer dan twee
kinderen een pakket in de veertien dagen, en dan alleen nog slechts van Joodse
familieleden of van gemengd-gehuwde familieleden. De levenmiddelenbesnoeiing
geschiedt op last van Berlijn: in een Duitse courant was er de aandacht op
gevestigd dat de Joden in Westerbork veel beter leefden dan de Duitse bevolking.
Een vertegenwoordiger van de partij had het zelf geconstateerd. Daar is veel van
waar, al lijden velen hier ook grote armoede. Grote teleurstelling en
verontwaardiging, maar niets aan te doen. Velen hebben clandestiene brieven het
kamp uitgestuurd om hun familieleden en vrienden aan te sporen om vóór 15
december nog zoveel pakketten van twee kg te zenden als mogelijk is.
Kampingezetenen kopen clandestien zoveel boter op als hun geldmiddelen toelaten.
De boter kost f 32,50 het pond. Tabak wordt schaars: in de pakketten komt weinig
tabak voor, clandestien komt hier nog slechts weinig aan. Bezitters van tabak
worden als rijkaards, als ‘plutocraten’ beschouwd. De barakkenleiders roken nog
dapper door: die hebben geheime bronnen. Ontving gisteren zelf een pakketje met
sigaretten en een brief erbij; aan de censuur ontsnapt. Onderhoud gehad met mr.
Proosdij, die uit Den Haag was gekomen in verband met de arisering van een
aantal Joden. Vriendschappelijk gesprek. Hij raadde mij aan, mij tot mr. Kotting
in Amsterdam te wenden ten behoeve van arisering. Onmiddellijk clandestiene
brief geschreven om de kansen te onderzoeken. Verscheidene Joden hebben reeds
geariseerd het kamp verlaten. Ik heb mijzelf er eens op aangekeken: zo krom is
mijn neus niet, ik heb dunne lippen, mijn naam kan gemakkelijk voor die van een
Ariër doorgaan. Waarom zou ik het niet proberen, als ik dit oord van drek kan
verlaten en weer als een vrij man kan rondgaan. Betrekkelijk dan. Het is toch
geen schande, voor Ariër door te gaan, ook al is het niet plezierig een gift uit
handen van de verdrukker aan te nemen. De hoofdzaak is: uit zijn klauwen te
komen. Een nieuw baantje gekregen: foliën sorteren. Overgeplaatst van het
bonenlezen naar het foliënplukken. Of dat een promotie is, weet ik niet. Daarin
verdiep ik mij ook niet. In werkelijkheid heb ik geen bonen gelezen; daarvan
werd ik van hogerhand vrijgesteld om mij te kunnen wijden aan mijn ‘bizondere
missie’ en aan het schrijven van mijn dagboek. Mijn ‘bizondere missie’ is een
beetje in het zand blijven steken, omdat eigenlijk niemand precies weet wat er
kan of moet worden gedaan op het moment waarop de oorlog eindigt. Het ziet er nu
wel naar uit, dat ik foliën zal moeten plukken: het afscheiden