Vrijdag 26 november
Vele honderden Engelse of Amerikaanse, of Engelse en Amerikaanse vliegmachines
hebben op enkele duizenden meters hoogte over het kamp gevlogen, de ene partij
in oostelijke, de andere partij in westelijke richting. Het hele kamp in rep en
roer en in geestdrift: wat gezond was vloog naar buiten, naar de rand van het
kamp. Berlijn was juist voor de derde keer in een week gebombardeerd, maar bij
nacht. Men had 's nachts naar het zware geronk der machines gehoord. In golven
waren zij overgevlogen. In zijn bed lag men te luisteren als naar een schoon
concert. ‘Ah, muziek!’ ‘Hoor je dat? Muziek!’ Zo midden op de Drentse heide zo
maar muziek, intens contact met het actuele leven. Geen Engelsman of Amerikaan
zal zijn bommenlast hier laten neervallen: zij weten het, dat deze serie
barakken Joden, de gevangenen der Duitsers, geroofde mensen, herbergt. En nu
voor de eerste keer bij dag honderden en honderden machines achter elkaar het
kamp over, bij bijna schone lucht. Onlangs was er al eens een schooltje over
geweest, maar dat was grotendeels schuilgegaan achter de grijze wolken. Ah, als
scholen felle snoeken in het doorzichtig water van een vliet, zo schoten zij
door het element van de lucht. Smalle, ranke, witte lijven, machine met
rookkolom, in scholen van dertig, veertig bijna, concentrisch achter de leider.
Wat een gezicht, welk een wonder van vorm en snelheid! Welk een sonoor geronk in
de aether! Muziek! Muziek! Macabere muziek, Dodenmars, maar muziek! Muziek voor
koortsachtig verhitte geesten, stilling van gekwelde, gemartelde gemoederen. Een
machine is neergestort. De inzittenden hebben met parachutes de aarde bereikt.
Decreet gelast alle kampingezetenen passen, identiteitsbewijzen en andere
documenten, waaruit hun nationaliteit kan blijken, bij de autoriteiten in te
leveren. De officiële tekst luidt als volgt:
anordnung
Auf Befehl der Lagerkommandantur haben - zwecks Überprüfung -
sämtliche Lager-Insassen sofort alle Pässe, Ausweispapiere,
Legitimationen,