Woensdag 6 oktober
De commandant leeft sinds kort in onmin met zijn secretaresse, mejuffrouw Hassel.
Zijn sympathieën hebben zich ontwikkeld in een richting, die de secretaresse
onwelgevallig is. Sedert januari 1942 woont in het kamp een meisje, dat
oorspronkelijk als de dochter van Joodse ouders tezamen met deze uit Zaandam
hierheen werd gebracht. Zaandam was de eerste stad in het land, die Judenrein
werd gemaakt. Dit meisje komt voort uit het eerste huwelijk van de vrouw, die
met een Ariër is gehuwd geweest. Toen zij eenmaal hier was, is dat pas gebleken.
Zij heeft de commandant in de zaak gemengd en sedert enkele maanden woont zij
thans, van haar ouders gescheiden, als Arische onder de naam van mejuffrouw
Kohle in een eenpersoonswoninkje. Joden mogen haar daar niet bezoeken, haar
pleegouders uitgezonderd. Zij krijgt geregeld bezoek van de Obersturmführer, die
zich blijkbaar sterk voor haar persoon interesseert en aldus haar eenzaamheid
verlicht. Mejuffrouw Hassel is dat naar het schijnt niet welgevallig.