Vrijdag 27 augustus
Gisteren van mijn jongste dochter een brief ontvangen, gedateerd 6 augustus. Het
geval-Boasson blijft de gemoederen bezighouden. Wederom wordt links en rechts de
vraag besproken, of hij de vlucht had mogen nemen. Men betreurt het echter, dat,
nu hij eenmaal de poging had ondernomen, hij er niet in is geslaagd te ontkomen.
Hij heeft de zaak echter kinderlijk opgezet: toen hij werd gevonden, had hij
slechts een zwart luster jasje aan over een blauwe pyama. Verder had hij niets
bij zich. Verondersteld wordt, dat hij in een vlaag van verbijstering heeft
gehandeld. Van het eerste ogenblik af, dat hij hier uit Vught werd
binnengebracht, heeft hij pogingen gedaan om naar Barneveld te komen. Er ging
geen dag voorbij, of hij had over ‘mijn zaak’ een bespreking, hetzij met een lid
van de Joodse Raad, hetzij met de stationsarts. Acht weken geleden kreeg hij
aanzegging, zich voor vertrek naar Barneveld gereed te houden, maar op het
laatste ogenblik werd hem meegedeeld, dat zijn papieren ‘nog niet geheel in
orde’ waren: Amsterdam had zijn vertrek nog niet bekrachtigd. Zij, die kijk
hebben op zulke mededelingen, roken lont: een s-geval krijgt
zo gauw geen vergunning om naar Barneveld te verhuizen. Deze week was uit Den
Haag het bevel gekomen, dat Boasson moest worden doorgezonden. Er zijn
verscheidene van zulke gevallen bekend: van mannen die, wegens hun s op Westerbork, door opneming in het ziekenhuis door de chef van het
ziekenhuis werden gesauveerd, met medeweten van de Obersturmführer, maar
eigenwijs in hun zaak zijn gaan roeren, aldus doende hun zaak hebben
‘doodgewerkt’ en op last van Den Haag op transport zijn gesteld. Voor gunsten
zoals Barneveld is de toestemming van de Duitse autoriteiten te Den Haag nodig,
die, kennisnemend van de antecedenten van de reflectanten, deze zonder pardon op
straftransport naar Polen doorzenden: Boasson heeft eigenlijk het vertrouwen,
door de Obersturmführer in hem gesteld, geschonden, en de Ostu heeft volgens
gebruik collectief gestraft. Desniettemin liggen er in het ziekenhuis nog
verscheidene s-gevallen, maar die zijn om een of andere reden
‘zurückgestellt’. Gisteren is in beginsel een arbitragecommissie gesticht,
bestaande uit dr. Wachtel, de heer Hanf en schrijver dezes. De commissie is
goedgekeurd door de Obersturmführer. Schlesinger deed ons daarvan mededeling in
zijn bureau. Er zijn < bezwaren > gerezen van de kant der
Hollandse Joden: in de commissie dient nog een tweede Hollandse Jood te worden
benoemd. Daartoe is dokter Wolf aangezocht. Deze heeft zich zijn beslissing