transportlijst waren geplaatst zijn daarvan op het laatste ogenblik door de
commandant persoonlijk weer geschrapt. De lijst-Puttkammer is ook niet gaaf
gebleven: zestien leden van de lijst zijn op transport gezonden, hetzij omdat
het bedrag van hun afkoopsom nog niet was gestort, hetzij omdat het geld in
Zwitserland was geblokkeerd. Ook veertig jonge mannen en vrouwen van de Hasjera
waren door de Registratur op de lijst gebracht wegens tekort aan
transportmateriaal. Bureaucratie! De hasjeraleden staan onder de persoonlijke
protectie van de commandant, die deze jongens en meisjes extra voedsel laat
geven. Zij zijn en bloc weer van de lijst afgevoerd na interventie van hun
leider. Vanmorgen in mijn barak geen dramatische intermezzi: het waren allen
jonge kerels, die in het besef van hun onverbruikte mannelijke kracht hun
onbekende bestemming tegemoet gingen. Maar langs de ramen torsten od-ers baren, waarop mannen en vrouwen, die geen voet verzetten
konden. Leden van de ‘polizeilichet Arbeitseinsatz’! Taferelen, die doen denken
aan die van de Bastille uit de Franse Revolutie.
Vanavond cabaret in de Registratiezaal! Westerbork heet het beste cabaret van
Nederland. Nationaal-socialistische bonzen komen naar hier om het te zien. Het
bloed kruipt waar het niet gaan kan! Gisteren mijn schoenen in de reparatie
gegeven. Vanmorgen waren ze kant en klaar terug, goed genaaid en een duim dik
verzoold! Service, meneer, service! Vandaag heeft de barak afstand moeten doen
van een harer meest markante patienten: Flip, een uit de buurt van Rotterdam
afkomstige veekoper, die maanden en maanden geleden gehavend uit het strafkamp
in Ommen hier werd binnen gebracht en zich een uitzonderlijke positie verwierf.
Een gedrongen figuur met een kop met borstels op een stierennek, geweldige
biceps, een paar ijzeren handen, een gezicht zo grauw als beton, een stem als
het geknetter van een machinegeweer, een paar fletse, blauwe trouwhartige ogen.
De man had Geltungstrieb; van het ogenblik af, dat hij weer ter been was, heeft
hij zich opgeworpen als maître de maison. Handig als de weerga, deed hij in de
barak alle kleine huishoudelijke karweitjes, die anders verwaarloosd worden. Met
fantastische verbalen, sappig verteld, won hij bet gehoor van de zaal. Hij drong
door tot de dokterskamer, waar hij de dagelijkse zorg voor de orde op zich nam:
hij maakte de bedden op, deed de was, bield de boel schoon, kokkerelde,
organiseerde voor de dokterskamer, ook voor zichzelf, vooral tabak. Afgekloven
pijp tussen de tanden, scharrelde hij de godganse dag in blauwe overall heen en
weer tussen dokterskamer en de barak en de wasruimte. Woelig. Zijn stem
knetterde de gehele dag door. Een nummer. Hij maakte zich onmisbaar, de macht
steeg hem naar het hoofd, de dronken makende macht van de kleine man. Hij
gevoelde zich onmisbaar, onder de hoge bescherming van de stationsarts,
onaantastbaar: vrij van transport. Hij