ER WORDT GEDRONKEN EN TORI GEPRAAT.
VAAK HARD GE-LACH-EN. AMBA RENT MET ROSA EN DE AN-DE-REN HET ERF ROND. INEENS HOUDT IE-MAND ZE TE-GEN. HET MOET STIL ZIJN, WANT OOM GAAT PRATEN. DAT IS MOEDERS OOM.
AMBA DENKT DAT HIJ GOEDE DINGEN ZEGT.
TANTE FRONST HAAR WENK-BRAU-WEN.
NEEF KNIKT. PAPA EN MAMA LACHEN.
DAN KLAPPEN ZE ALLEN IN DE HANDEN.
DAARNA STAAN ZE OP. ZE LOPEN NAAR HET HUIS TOE. BIJ DE DEUR BLIJVEN ZE STAAN.
TRESA KOMT DE KAMER UIT MET DE BABY.
ALLE MENSEN KLAPPEN IN DE HANDEN. WAT EEN LAWAAI!. TRESA LOOPT MET GE-BO-GEN RUG DOOR HET HUIS.
BIJ ELKE STAP BRENGT ZE DE VOETJES VAN DE BABY NAAR DE VLOER TOE.
DAARNA KOMT HET ERF AAN DE BEURT.
ELKE KEER ALS DE VOETJES DE GROND RAKEN, DOET OOM EEN WENS.
NA ELKE WENS WORDT ER GEKLAPT.
EINDELIJK IS TRESA KLAAR.
ZE BRENGT DE BABY NAAR MAMA'S OOM.
HIJ HOUDT HAAR EVEN VAST EN GEEFT HET AAN TANTE. DE BABY GAAT VAN HAND TOT HAND.
‘O, WAT EEN SCHAT!’ ROEPT TANTE AKOEBA.
‘EN WAT LIJKT ZE OP AMBA’.
AMBA GAAT OP HAAR TENEN STAAN OM BETER TE ZIEN.