Den boeck der gheestelijcke sanghen
(1631)–Lucas van Mechelen– AuteursrechtvrijLucas van Mechelen, Den boeck der gheestelijcke sanghen. Hendrick Aertssens, Antwerpen 1631
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 5 B 20
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Den boeck der gheestelijcke sanghen van Lucas van Mechelen in de eerste druk uit 1631.
redactionele ingrepen
p. 222-224: De foutieve paginanummers 122, 123 en 124 zijn verbeterd naar 222, 223 en 224.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (fol. †1r, †1v, †2v, †8v) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. †1r]
Den Boeck der GHEESTELIICKE SANGHEN
Bedeelt in twee deelen
DEN BLIIDEN REQVIEM
ende
GHELVCKIGHE VYT-VAERT
Van een Salighe Siele, die om tot oprechte inwendighe ruste te comen, haer selven met alle creaturen grondelijck in den Heere af storf. Het welck den rechten wegh is tot het Cloosterken der gheestelijcke Verrijsenisse, oft van ontwordentheydt, d'welck het tweede deel is van desen boeck.
Door eenen Religieus van d'Oorden van Sinte Francois ghenaemt Minder-broederen Capucynen.
In omnibus Requiem quaesiui. Eccli.24.
In alle dinghen hebbe ick ruste ghesocht.
T' hantwerpen,
By Hendrick Aertssens, inde Cammerstrate, inde witte Lelie. Anno 1631. Met Gratie ende Priuilegie.
Men vercooptse tot Mechelen opt groote Begijnhof.