Vermakelijcke bruylofts-kroon, doorvlochten met verscheyden leersame gedichten
(1659)–Jacob Coenraetsz Mayvogel– AuteursrechtvrijStem: O Schoone Personagie.
O Al te strenge wreecker!
Wiens angel scherp
Niemant en kan ontvluchten,
O Liefd', o Echte-breker!
Waer dat ghy komt
Vervult ghy 't huys met suchten,
U fel gelaet
Soo schrick'lijck staet,
Dat yder een moet beven,
Aen alle zijden
Gaet ghy seer strengh af-snijden
's Menschen leven.
U pijl (o ghy verrader!)
Is vol vergift
Voor twee vereende zielen,
O strenge doot! noch nader,
Vreught-moorder,
Want ghy gaet het al vernielen,
Ghy scheydt van een,
Dat t'saem gemeen
Door Liefd' is vast verbonden,
In sulcke herten
Steeckt ghy met droeve smerten
Diepe wonden.
Hoe sterck, hoe schoon van leden
Hoe rijck, hoe trots,
Hoe edel en hoe machtigh,
Hoe wijs, hoe kloeck van reden,
O strenge Prins!
Ghy valtse al te krachtigh,
Hoe dat men spreeckt,
Of bidt en smeeckt,
Niemant kan troost verwerven:
Het is, o mensche,
Wat wilt ghy hier doch wenschen,
Ghy moet sterven.
O droevigh lot op aerden!
Voor die zijn tweede
Zieltje moet verlaten,
Wiens trouw van grooter waerden
Gebroken wert,
Daer niets (elaes) kan baten,
Geen droef gesteen,
Of naer geween,
Geen Liefde tusschen beyden.
O droevigh treuren!
Het herte schijnt te scheuren,
Door het scheyden.
|
|