Vermakelijcke bruylofts-kroon, doorvlochten met verscheyden leersame gedichten
(1659)–Jacob Coenraetsz Mayvogel– AuteursrechtvrijStem: Na dien de Godlijckheyt.
GEen soeter vreught op aerdt
En worter oyt gebaert
Als in den Echt te leven,
In reyne liefd' en deught,
Veel wellust kan het geven,
En maeckt het hert verheught.
Wie dat geduldigh leeft,
Steets in sijn lijden heeft
Hoop ende troost van beyden,
Die valt het lijden licht,
Ende kan hem bereyden
Gewilligh tot sijn plicht.
Gedult en lijtsaemheyt
Dat is de heerlijckheyt
Dat zijn de diepe grachten,
De banden van den Echt,
't Is haer sterckt en haer krachten,
Met Liefde door-gevlecht.
Want een geduldigh man
Die veel verdragen kan,
Is beter als een stercke,
Gedult in tegenspoet,
Als men klaer kan bemercken,
Het lijden veel versoet.
Wilt ghy dan Ionge-Lien,
Vreught ende wellust sien,
Soo moet ghy steets hanteeren,
Gedult en lijtsaemheyt,
Daer moet ghy u na keeren,
Met alle statigheyt.
Dit moet u huysraet zijn,
Niet in geveynsde schijn,
Dit moet u cieraet wesen,
De beste pronck in 't huys
Is gedult, 't wort gepresen,
Lijtsamigh in het kruys.
Geluck hier me Iong paer
Wy wenschen allegaer,
Dat u de Heer wil geven
Veel zegen na den geest,
En hier op na dit leven
Het eeuwigh Bruylots-Feest.
|
|