'Maerlant's Sint Franciscus' leven en zijn Latijns origineel'
(1949)–P. Maximilianus O.F.M. Cap.– Auteursrecht onbekend
[pagina 81]
| |
Maerlant's Sint Franciscus' leven en zijn Latijns origineelAToen J. Tideman in 1847-8 de vertaalde tekst van Maerlant's Sinte Franciscus Leven uitgaf ‘naar een perkamenten handschrift in folio van de XIVe eeuw, berustende op de boekerij der Leidsche Hoogeschool’, vergeleek hij vanzelfsprekend de tekst met de uitgave van de Acta Sanctorum (Octobris, Tom. II, 742-798, Antverpiae, 1768), die destijds als de beste editie gold. In 1894 onderwierp T.D. Detmers de vertaling van M. nog eens aan een nauwgezette vergelijking met het Lat. origineelGa naar voetnoot1). Ook hem stond dezelfde uitgave van de Acta ten dienste als de beste Lat. tekst. Deze tekst had echter veel fouten, vooral omdat de bewerker Const. Suyskens S.J. naast een goed hs. al te veel de edities van Surius, Sedulius en Wadding in zijn werk betrokken had, die zonder ernstige kritiek het leven hadden uitgegeven. Dientengevolge moesten T(ideman) en D(etmers) de tekst van M. op veel punten al te vrij vertaald of bedorven achten. In 1898 verscheen een nieuwe critische uitgave van de Lat. tekst in deel VIII van de Sancti Bonaventurae Opera Omnia, door het College van Minderbroeders te Quaracchi bij Florence. Deze uitgave, voortaan aangeduid als OO, bracht ruim 250 verbeteringen aan op de tekst van de Acta. Daaronder zijn er veel die in een vertaling, en bizonder in een vertaling op vers, niet of nauwelijks merkbaar kunnen zijn. Daartoe behoren nevenvormen als paupertas (Acta, no 6), pauperies (OO, I, 1); - clamosus (18, 143), clamorosus (II, 2; X, 4); - chirurgus (67), chirurgicus (V, 9); - bellum (133), guerra (IX, 7); - introire (136), intrare (IX, 8); - forsan (137), forsitan (IX, 8); - capitium (147), caputium (X, 6); - honorare (148), honorificare (X, 6); - siquidem (150), quidem (X, 7); - luctamen | |
[pagina 82]
| |
(227), lucta (§ 1, 3); - sauciatus (234), saucius (§ 1, 6); - velut (267), veluti (§ 5, 2); - redintegrare (277), reintegrare (§ 6, 4); - super (290), supra (§ 8, 5); - synoniemen als: Deus (18), Dominus (II, 3); - austeritas (58), asperitas (V, 2); - sed (194), verum (XIII, 4); - igitur (218), itaque (XV, 4); - ab (247), ex (§ 3, 1), - atque (249), et (§ 3, 3); - infirmitatibus, morbis (§ 8, opschrift); - simplicia en composita als: crescere (63), excrescere (V, 5); - evacuare (144), vacuare (X, 4); - demandare (174), mandare (XII, 2); - advocare (237), vocare (§ 2, 1); - exspirare (240), spirare (§ 2, 4); - osculari (248), deosculari (§ 3, 2); - existimare (250), aestimare (§ 3, 4); - admirare (267), mirare (§ 5, 2); - enarrare, (293), narrare (§ 8, 7); - bepalingen met en zonder voorzetsel: (in) hac hora (67; IV, 9); - (ab) hominibus (93; VII, 6); - (a)laude (224, § 1, 1); - (de) puteo (249; § 3, 3); - (a)lepra (299; § 8, 5); - (de) digitis (294; § 9, 1) - syndeton en asyndeton: 16; II, 1; - 53; IV, 10; - 90, VII, 3; - 158; XI, 5; - 179; XII, 8; - 205; XIV, 1; - 218; XV, 4; - 228; § 1, 4; - 262; § 4, 2; - 292; § 8, 6; - 308; 10, 6. - En zo zijn er nog een aantal meer. Maar dat de nieuwe uitgave voor menige plaats licht zou kunnen brengen lag voor de hand. P. Bonaventura Kruitwagen O.F.M. constateerde dat in De Katholiek, 1905 (128), 162-3 voor een drietal plaatsen (vs. 1339-46; 3316; 6521), die hij terloops had aangetekend. Een nauwkeurige vergelijking, vermoedde hij, zou nog veel andere ophelderingen geven. En inderdaad deed een vergelijking van de vertaling met de nieuwe critische tekst niet alleen een aantal moeilijkheden verdwijnen, maar toonde meteen dat, al leverde M. op verschillende plaatsen een vrije vertaling (vgl. infra B.), hij toch veel nauwkeuriger het origineel volgde, dan de tekst van de Acta toeliet aan te nemen, en dat een aantal namen door de afschrijver(s) niet verknoeid is, zoals men na vergelijking met de Acta meende te mogen vaststellen. Hierbij mag opgemerkt worden dat T. en D. meermalen een moeilijkheid zouden hebben opgelost en een zuiverder taxatie van | |
[pagina 83]
| |
de vertaling als zodanig zouden hebben gegeven, indien zij meer aandacht hadden geschonken aan de varianten die de Acta èn in margine èn in de Annotationes meedelen. Intussen verscheen een nieuwe critische uitgave van de Lat. tekst in de Analecta Franciscana, t. X, blz. 555-652, te Quaracchi bij Florence. Hadden de OO. de Vaticaanse editie van 1588-99 tot grondslag genomen en die gecollationneerd met 12 mss., de An. Fr. betrokken nog vier andere mss. in het onderzoek, waaronder een ms. uit de 13e eeuw dat van alle mss. het zuiverst het origineel van Bonaventura weergeeft. We komen op deze mss. in ander verband nog uitvoeriger terug. Ed. Emonds (P. Sergius O.F.M.), vergeleek in de Legende van Sinte Kunera in de Middeleeuwen (zonder uitgever, plaats en jaar van uitgave [1922]) op enige punten de Mnl. tekst met de uitgave van OO. Had de tekst van de An. Fr. hem ter beschikking gestaan, hij had een paar van zijn stellingen niet geponeerd. Er zijn een kleine 70 plaatsen waar de lezing van de OO. door de An. Fr. verbeterd is. De meeste gevallen betreffen, zoals dat ook bij de correcties van OO. het geval was, een verandering, die bij M. kwalijk een verschil kan opleveren, als b.v. sanctus voor beatus (§ V 5, 2; § 10, 1) daar beide woorden door M. door sint of heilige worden weergegeven, quid voor quod (X 6; IV, 1), supra voor super (XIV, 6), conaretur voor niteretur (XIV, 1) e.d., of die feitelijk geen verschil geven als confirmarunt voor confirmaverunt (IV, 1), amplexatus voor amplexus (VI, 8) nil voor nihil (XIII, 6), enarravit voor narravit (§ 8, 7), quamquam voor quamvis (I, 1). Het aantal verbeteringen door de An. Fr. op de OO. aangebracht, dat in de Mnl. tekst zijn weerspiegeling kan hebben, is gering. De meeste verbeteringen op de Acta kwamen reeds voor in de OO. Er zijn in het geheel een 55 plaatsen waar de Mnl. tekst overeenkomt met de tekst van de An. Fr. en afwijkt van die der Acta. Zesmaal heeft de Mnl. tekst met de An. Fr. een passus of een woord meer. Waaronder de volgende. De Acta spreken in no 90 van het wegschenken van goederen aan de armen: ‘pauperibus.’ In de An. Fr. evenwel wordt er gesproken van de armen der wereld: ‘mundi pauperibus’. M. heeft klaarblijkelijk deze laatste lezing voor zich | |
[pagina 84]
| |
gehad, gezien zijn vertaling in vs. 3529: der werelt armen. - Volgens de Acta no 237 verzocht een vrouw te biechten met de volgende woorden: ‘volo confiteri pater’. Volgens de An. Fr. § 2, 1 voegde zij daar nog aan toe: ‘audi peccatum meum’. Men treft de vertaling van beide zinnetjes in omgekeerde volgorde bij M. aan: Hore vader mine zonden, Die ic wille belien met monden (vs. 8425-6). Wanneer men de tekst van M. met die der Acta vergelijkt zou men vermoeden dat M. gedeelten onvertaald liet. Hier en daar is dat ook zo. Maar vergelijkt men de Mnl. tekst met de An. Fr., dan blijkt meermalen dat die gedeelten ook dáár niet voorkomen. Een paar voorbeelden. Franciscus biedt zijn regel ter goedkeuring aan de Paus aan. In de Acta ontbreekt dat, zoals P. Kruitwagen al opmerkte bij vs. 1939-46. En dan volgt in de Acta no 35: ‘Videns autem Christi Vicarius, dominus Innocentius tertius, vir utique sapientia clarus, admirandam in viro Dei simplicis animi puritatem, propositi constantiam ignitumque voluntatis sanctae fervorem, Christi Pauperem mentis amore complectens, inclinatus animo est, ut pium supplicanti praeberet assensum’. Het gecursiveerde ontbreekt in An. Fr. III 9, maar evenzeer bij M., waar men het verwachten zou tussen vs. 1353 en 1354. T. noch D. maakten van deze lacune naar de tekst van de Acta gewag. Evenmin van de volgende. Het verhaal van de stichting van de Orde van Boetvaardigheid of de Derde Orde begint in de Acta no 46 met deze woorden: ‘Nam praedicationis ipsius fervore succensi, quam plurimi utriusque sexus in conjugali pudicitia Domini famulantes secundum formam a Dei viro acceptam novis se paenitentiae legibus vinciebant’. Het gecursiveerde ontbreekt in de An. Fr. IV 6 en bij M. na vs. 1750. Meermalen hebben de An. Fr. een ander woord dan de Acta. Niet minder dan 25 maal blijkt M. vertaald te hebben naar dezelfde tekst als in de An. Fr. voorkomt. Wanneer b.v. Franciscus uit Foligno is teruggekeerd en het geld, waarvoor hij paard en laken verkocht, aan de priester van San Damiano aanbiedt en vraagt bij hem te mogen blijven, dan lezen de Acta no 16: ‘Acquisivit sacerdos de mora ipsius, sed ... pecuniam non recepit’. De An. Fr. II 1 hebben i.p.v. het gecursiveerde: recusavit, dat ook M. voor zich had (vs. 609): Des or- | |
[pagina 85]
| |
loofde hi metten monde, Maer tgelt ontseidi uptien dach. - Volgens de Acta no 58 was Franciscus met één kleed tevreden: ‘unica paupere contentus tunica’. Volgens de An. Fr. VI 1 evenwel was hij slechts met één arm kleed gedekt: ‘unica paupere contectus tunicula’. Evenzo bij M. (vs. 2257): Een armen roc ende niet el niet an. - In de Acta no 68 heet God Creator, in de An. Fr. V 9 Factor. M. vertaalt door makere (vs. 2663). - Toen Franciscus bij Greccio het Kerst-gebeuren zou ensceneren, vroeg hij daartoe aan de Paus verlof, opdat men dit niet, aldus de An. Fr. X 7, voor een nieuwigheid zou houden: ‘ne hoc novitati (Acta no 149: levitati) posset ascribi’. En bij M. (vs. 5640): Ende om dat hi niene woude Datmen over niewe dat houde, enz. - De namen Sinte Quirix (3658), Satrane (3850), Sente Gemin (6733), Carvio (9460), Scoplet (10295) treft men ook aan in de An. Fr. als Sanctum Quiricum (VII 6), Satrianum (VII 10), Sancti Gemini (XII 10), de Carvio (§ 6, 3), Scopletum (§ 10, 5), terwijl de Acta daar lezen Sanctum Quirinum (93), Sarthianum (98), Sancti Geminiani (183), de Narnio (275), Spoletum (304). Soms hebben de Acta en de An. Fr. wel hetzelfde woord maar in een andere vorm: mv. naast enk., ind. naast conj., posit. naast superl., e.d. Franciscus sloeg driemaal het Evangelieboek op en vroeg bevestiging van zijn levenswijze door getuigenissen van de drieëne God, zo verhalen de Acta, no 28: ‘Trino exposcens a Deo testimoniis’. Volgens de An. Fr. vroeg hij evenwel een drievoudig getuigenis van God: ‘trino exposcens a Deo testimonio’. M. vertaalde naar de laatste lezing: Driewaerf ondede hi den bouc Daer die ewangelien in stonden Om te ebbene drie orconden (vs. 1092). - Op een andere plaats zingt Franciscus, op weg naar de sultan, vers 4 van ps. 22: ‘Nam et si ambulem in medio umbrae mortis, non timebo mala, quoniam tu mecum es’. Aldus in de An. Fr. De Acta hebben ambularem. M's tekst wijst er op dat hij geen praeteritum maar een praesens voor zich had: Ga ic in de scade vander doot In ontsie tquade clene no groot Want du here best met mi (vs. 5109). De zuiverder tekst van de An. Fr. stelt M. niet alleen in het gelijk tegenover de Acta maar zelfs tegenover de tekst van de OO, en wel | |
[pagina 86]
| |
tienmaal. We vermelden daarvan één geval waarmee de critiek geen weg wist, omdat die uitging van een andere lezing als M. vertaalde. In het negende hoofdstuk wordt verhaald, dat Franciscus naar de Mohammedanen in Marokko trok om er de sultan en zijn volk het geloof te verkondigen in de hoop de marteldood voor Christus te sterven. De Lat. tekst volgens OO. luidt: ‘Verum quia martyrii fructus adeo cor ejus allexerat, ut pretiosam pro Christo mortem super omnia virtutum merita peroptaret, versus Marrochium iter arripuit, ut Miramolino et genti ejus Christi Evangelium praedicaret, si quo modo ad concupitam palmam valeret attingere’. De tekst bij M. is als volgt (vs. 5037 vlgg): Daer om dat der martelien smerte
So beghert was in sine herte,
Dat hi de edele doot so zere
Begherde om onsen here,
Heefti den wech bestaen al noch
Toten lande van maroch,
Om dat hi miracle mommeline,
Ende ooc mede den volke sine
Wilde predeken ende leren
Dewangelie gods ons heren,
Up aventure of hi mochte
Den seghe vinden dien hi sochte.
T. tekende bij vs. 5043 aan: ‘Mommeline, d.i. Miramolinus, de algemeene naam der koningen van Marocco. De bijzondere naam van den hier bedoelden vorst was Mahomed’Ga naar voetnoot2). J. Franck merkte in zijn Collation der handschrift von Sinte Franciscus Leven in Ts 1884 (4) 102 bij dit vers aan ‘das c von miracle ist getilgt. Man könnte an eine gekürzte form mirael für amirael, almirael, den bekannten titel heidnischer fürsten denken; doch in beiden wörtern mirale mommeline zusammen wird wol nur der name Miramolino, wie im texte der Acta Sanct. steht, stecken. Was der übersetzer gelesen und geschrieben hat (Miramommeline?) wird sich schwerlich entscheiden lassen’. Franck vermoedde dat de verknoeiing van de | |
[pagina 87]
| |
tekst eer zou teruggaan op Miramommeline dan op Miramoline. De lezing van de An. Fr. komt nu dit vermoeden zo niet geheel dan toch wat het essentiële betreft bevestigen, m.a.w. het vermoeden dat de verknoeiing mirale Mommeline eer kon geschieden uit Miramommeline dan uit Miramoline. Het gecursiveerde woord in de bovenaangehaalde Lat. tekst luidt in An. Fr.: Miramamoline. Een afschrijver heeft het woord niet begrepen en zal er mirale (bevelhebber) mommeline van gemaakt hebben. Of nu de vorm Mommeline op rekening van M. of een afschrijver te zetten is, kunnen we in het midden laten; zeker is dat M.'s origineel dezelfde lezing had als de An. Fr. en niet die van OO., daar mira(c)le mommeline geen vervorming is van Miramoline maar van Miramamoline. Bovendien hebben de twee Brusselse mss. waarover onder nog meer, die nauw verwant zijn aan M.'s Lat. tekst, ook Miramamoline. Komt de Mnl. tekst 54 maal zeer duidelijk overeen met die van de An. Fr., op nog een aantal plaatsen is het niet met volstrekte zekerheid maar toch wel met grote waarschijnlijkheid uit te maken welke der varianten in M.'s origineel voorkwamen. Wanneer b.v. de Acta no 74 verhalen dat de mensen door Franciscus' handelwijze zijn getroffen, dan spreken ze van ‘devotione compuncti’, terwijl de An. Fr. VI 2 variëren: ‘devoto corde compuncti’. Bij M. (vs. 2896) lezen we: Dat was dat hare herte beroerde. D. steunend op de tekst der Acta wilde emenderen: Devocie hare herte beroerde. De tekst van de An. Fr. maakt de corruptie nòg minder waarschijnlijk. Bij vergelijking van de Mnl. tekst met het Latijn blijkt dat M. lichtelijk verbindende partikels als autem, igitur, tandem, at, econtra, vero e.d. dikwijls verwaarloost. Het ontbreken van zulk een partikel zegt dan ook over het algemeen weinig of niets voor het Lat. origineel, wanneer in de Acta een partikel voorkomt in tegenstelling met de An. Fr. of omgekeerd. Iets anders is het met een geval als het volgende. In de Acta no 179 wordt over de kracht van Franciscus' preken gezegd, dat ze zelfs verstokten tot boetvaardigheid brachten: ‘sui sermonis efficacia et obstinatorum mentes ad paenitentiam molliebat’. In de An. Fr. ontbreekt deze versterking. Als we nu bedenken dat M. gaarne het gevoelsaccent aanzette of versterkte, en | |
[pagina 88]
| |
zien dat het partikel in zijn vertaling niet voorkomt, dan is het wel waarschijnlijk dat het ook in zijn Lat. origineel niet werd aangetroffen en hij deze nuance in de vertaling niet over het hoofd zag: Die cracht die an sijn spreken lach Dede te penitencien zochten Sinne die verhart al dochten (vs. 6654-6). Er zijn een paar plaatsen waar de tekst van de Acta, OO. en An. Fr. variëren in het gebruik van de naam van de Verlosser. De Acta no 66 spreken van Christus, het zoete Lam; in de An. Fr. V 8 blijft de naam Christus weg. Ook bij M. (vs. 2563) komt hij niet voor: Ende want dat soete gecruuste lam Daer noit smette noch an quam. - De OO. beginnen c. IX 3 aldus over Franciscus' liefde tot de Moedermaagd: ‘Matrem Domini Jesu Christi indicibili complectabatur amore’. Ook de Acta no 125 hebben Jesu Christi. In de An. Fr. blijft Christi weg. Eveneens bij M.: Marien die jhesum onsen here Drouch dien mindi so zere Dat tonge gene geseggen can (vs. 4799). Het zou kunnen schijnen dat dit wegblijven van Christus bij M. niets zegt voor zijn origineel en het preciese der vertaling, daar de naam van de Verlosser bij Bonaventura en M. heel dikwijls niet gelijkluidend is. Waar echter in het Latijn de dubbele naam Jesus Christus of Christus Jesus voorkomt, wijkt M. slechts eenmaal van het origineel af (vs. 10509 karst), overigens houdt hij zich daaraan: jhesus cristus of jhesus kerst (vs. 445, 1982, 3069, 4044, 4747). Het is dus wel zeer waarschijnlijk dat vs. 4799 op dit punt overeenkomt met de tekst van de An. Fr. De naam Christus, die Bonaventura het veelvuldigst gebruikt, vertaalt M. altijd: door kerst of jhesus cristus of jhesus karst of god of die here. In vs. 2563 is cristus dus wel niet overgeslagen, maar ontbrak in M.'s Lat. origineel evenals in de An. Fr. |
|