Vervolg der dichtlievende uitspanningen

[p. 371]

Triömf voor den weledel gestrengen heere M^r. J.J. Mauricius,

Gouverneur van Suriname, enz. enz. enz.
Klink-dicht.

Triömf! Mauricius treed als een moedig Heldt,

Daer, in den hoogen Raedt, zyne onschuld is gebleken;

De snoode ondankbaerheid ligt in het stof geveldt,

Zoo dra zy 't Vonnis tot haer nadeel uit hoort spreken.

Dank hebt ge, o Themis! daer gy 't Monster van geweld,

Van ontrouw, logen en veel helsche en valsche streken

Nu eindlyk, voor elks oog', ten toone hebt gesteld,

Wyl gy door uwen staf heur opzet koomt verbreken.

Wy deelen in uw' vreugde (al zyt ge ons onbekent)

Mauricius! myn Nimf wil uw Triömf ook zingen;
De gryze Kruiningen^* moge uwe Kruin omringen

Met krakende Lauwrier, wy naed'ren uwe Tent'

Met dees' oprechten Wensch: dat U Gods gunst wil geven,
In vrede, uws haters spyt veel jaren te overleven.

DIRK vander STEEN.

* De Wel-Ed. Geb. Heer P.A. de Huibert, Heer van Kruiningen, enz. enz. enz.
Rotterdam, den 9. der Zomermaend 1753.