Dichtlievende uitspanningen
(1753)–Jan Jacob Mauricius– Auteursrechtvrij
[pagina 183]
| |
Gemalinne van den Wel Edelen Gestrengen heere, Den heer Mr. Andries Munter,
| |
[pagina 184]
| |
En zo myn dankb're Poëzy
Haar' deugd en huwlyksmin kon maalen naar waardy,
Het zou uw' ziel maar dieper treffen,
En U, wat schat gy mist, nog sterker doen besefsen.
Schrei, Edle Munter, schrei! ontlast het zwoegend hart,
En vier den vollen toom aan uw' gerechte smart.
Maar neen! zy roept U toe, ten starren ingevaaren:
Buig voor Gods wil, myn lief! denk om U zelf te spaaren,
Denk om ons lieve kroost, vier telgen van een' stam,
Wiens naam steeds dierbaar blyft in 't hart van Amsterdam.
1753. |
|