Dichtlievende uitspanningen
(1753)–Jan Jacob Mauricius– Auteursrechtvrij
[pagina 182]
| |
Zeer kunstig oeffenaar der Teken- en Schilderkunst.'t IS by de dertig jaar geleeden,
Dat een' beroemde hand deez' kunstplaat heeft gesneeden,
Wat menschlyk brein kon toen vooruit
De wegen spellen van het Godlyk Raadsbesluit,
Dat Neêrland Welhem's dood ontydig zou beklaagen,
Doch dat des Hemels gunst een' Koninklyke Vrouw,
Een' andre Debora, aan 't Staatroer laaten zou,
Die met een' Mannenmoed dien last zou blyven draagen!
Dus roept de Tekenkunst: zwygt stil van Profeçy,
Of eigent u die gaaf alleen niet toe, Poeëten.
Ik wyk geen' voetstap voor myn' Zuster, Poëzy.
De tekenaars zyn meê Profeeten.
1752. |
|