| |
| |
| |
| |
| |
| |
[De avonturen van Moski Zilverstreep]
Trillend van inspanning zit Moski op het glanzende oppervlak van het water.
Zij is zojuist uit haar pop gebroken.
Wat een zwaar werkje was dat.
Ze hijgt er nog van.
Nu zit ze te wachten tot haar vleugels droog zijn.
Af en toe maakt ze fladderende bewegingen om te kijken of het al zo ver is.
Terwijl ze zit te wachten, kijkt ze naar haar spiegelbeeld in het spiegelende water.
O, wat is ze mooi!
| |
| |
| |
| |
Eindelijk zijn haar vleugels droog.
Zonder te oefenen, spreidt ze haar vleugels en vliegt weg van het wateroppervlak.
En dat hebben voor haar ontelbare muskieten al 200 miljoen jaar lang gedaan!
Geen wonder dat ze het zo goed kan.
Ja, Moski komt uit een oud en eerbiedwaardig geslacht.
Al die 200 miljoen jaar hebben ze zich weten te handhaven.
Geen schepsel is het ooit gelukt om muskieten uit te roeien.
| |
| |
| |
| |
Muskieten zijn over de hele wereld te vinden: in tropische regenbossen, in gebergten, ja zelfs in woestijnen!
Maar de dichtste zwermen zijn te vinden in het Hoge Noorden.
De stakker die zich in de buurt van zo'n zwerm zou durven wagen, kan in een minuut 9000 muskietenbeten verwachten.
| |
| |
| |
| |
Honger! Honger!
Wat een honger heeft Moski Zilverstreep!
Snel vliegt ze op een bloem af.
Haar vleugeltjes gaan wel 500 keer in een seconde heen en weer.
Ze heeft honger en als ze niet gauw wat te eten vindt, gaat ze vast en zeker van haar stokje.
Moski steekt haar lange buisvormige mond diep in de kelk van de bloem.
Gulzig slurpt ze de verrukkelijke, zoete nectar op.
Ze doet het haastig.
| |
| |
| |
| |
Dat moet wel, want als ze niet snel genoeg is, kan ze opgegeten worden door een of ander dier.
Andere insekten, spinnen, vogels en vooral vleermuizen vinden muskieten wel een lekker hapje.
De nectar in de bloem is niet genoeg.
Nog steeds voelt Moski de pijn van de honger in zich branden.
Moski vliegt naar een andere bloem voor nectar.
Dat doet ze keer op keer, net zolang tot ze geen honger meer heeft.
En dan is het tijd om een mannetje te zoeken.
| |
| |
| |
| |
Mannetjes muskieten houden ervan om in grote zwermen rond te hangen.
Ze hebben er de tijd voor.
Hun leven bestaat uit eten en uitkijken naar vrouwtjes en dan is het wel zo gezellig als je dat samen met anderen doet.
Voor Moski is het dan ook helemaal geen probleem om een mannetje te vinden.
Ze vliegt gewoon op zo'n grote, druk doende zwerm mannetjes af.
| |
| |
| |
| |
Als Moski in de buurt van de zwerm komt, maakt ze met haar vleugels een huilend geluid.
Kito is het eerste mannetje dat haar hoort.
Hij hoort dat met een gedeelte van zijn voelspriet, dat speciaal voor horen ingericht is.
Flitsend snel gaat hij achter Moski aan.
Hij moet zorgen dat hij de eerste is.
Gelukkig is hij de anderen voor.
Moski en Kito paren in de lucht.
| |
| |
| |
| |
Nu begint voor Moski het moeilijke en gevaarlijke werk.
Ze moet bloed gaan zoeken, bloed van dieren, waartoe ook de mens behoort.
Haar voorkeur gaat uit naar mensenbloed!
In bloed zitten eiwitten, die ze nodig heeft voor haar eieren.
Moski heeft het bloed alleen maar nodig om er haar eitjes van te maken.
Ze gebruikt bloed niet als voedsel voor zich zelf.
Met haar voelsprieten speurt Moski haar omgeving af naar kooldioxide.
| |
| |
| |
| |
Kooldioxide wordt uitgeademd door dieren.
Als die wolk kooldioxide dan ook nog vochtig en warm is, weet ze zeker dat ze beet heeft: er is bloed in de buurt!
Zorgvuldig gaat Moski aan het werk.
Ze moet voorzichtig zijn.
Dit is het gevaarlijkste gedeelte van haar bestaan.
Elk moment kan ze een dodelijke slag verwachten.
Dieren, waarvan vooral de mens het gevaarlijkst is, geven niet zomaar hun bloed.
Als ze slapen zijn ze het minst gevaarlijk.
| |
| |
| |
| |
Daarom gaat Moski vaak 's nachts aan het werk.
Eigenlijk zijn muskieten als Moski de hele dag actief.
Ze zijn de hele dag door op zoek naar bloed.
Het liefst werken ze 's morgens vroeg en 's middags als het schemert.
Muskieten houden van donkere plekjes en 's nachts is het donker!
Voor Moski is het de eerste keer dat ze op pad gaat.
Zij kiest de veilige nacht!
| |
| |
| |
| |
Moski raakt opgewonden.
Haar voelsprieten trillen van emotie.
Een golf kooldioxide komt haar tegemoet.
De kooldioxide is lekker vochtig en warm.
Er zijn daar vast grote bloedreservoirs Er op af!
Op topsnelheid vliegt Moski de vochtige wolk in.
Met een klap vliegt ze tegen een gazen muur op.
Duizelig valt ze neer.
Wat een tegenslag!
Maar zo gauw geeft ze het niet op.
| |
| |
| |
| |
Ze fladdert overeind en gaat op zoek naar een opening in het gaas.
Zoemend vliegt ze langs de gazen muur tot ze een gaatje vindt.
Dan vliegt ze er door.
| |
| |
| |
| |
Ze vliegt de slaapkamer van mensen binnen.
Nog duizelig van de klap van daarnet gaat Moski tegen het plafond van de slaapkamer aanzitten.
Door de kleverige zuignapjes aan het eind van haar voeten kan ze blijven zitten zonder naar beneden te vallen.
Vanaf haar veilige plaats kijkt Moski naar beneden.
Er liggen mensen te slapen.
De kleinste ligt onder een wit gazen net.
Moski houdt niet van wit, maar het mensje ruikt wel lekker vochtig.
Ze zal eens poolshoogte gaan nemen.
| |
| |
| |
| |
Moski vliegt om de witte klamboe heen.
Nergens is een opening te vinden.
Verschillende keren vliegt ze er omheen.
Er is echt nergens een opening.
Wat is dat nou jammer!
| |
| |
| |
| |
Teleurgesteld vliegt Moski terug naar het veilige plafond.
Ze kijkt naar de andere twee mensen onder haar.
De grootste lijkt haar wel wat!
Hij heeft een zwarte pyjama aan.
Zwart is Moski's favoriete kleur.
Een vochtige damp komt van het lichaam af en stijgt naar boven.
De kooldioxyde komt in zware golven uit zijn mond.
Het geluid dat erbij hoort botst tegen Moski's voelsprieten op.
Het klinkt veelbelovend.
Er zit vast veel en lekker bloed in dat grote lichaam.
| |
| |
| |
| |
De mens er naast lijkt Moski te droog.
Bovendien heeft die lichte kleren aan en daar houdt Moski helemaal niet van Het is niet moeilijk voor Moski om een keus te maken.
| |
| |
| |
| |
Zoemend vliegt Moski naar beneden.
Moski is niet de enige muskiet.
Er vliegen heel wat muskieten om het lichaam heen.
Sommige zitten al lekker bloed te zuigen.
Moski zoekt een plekje waar niet al te veel anderen zijn.
Ze gaat op de arm van het grote lichaam zitten.
Ze steekt haar lange buisvormige mond in de huid van het lichaam.
| |
| |
| |
| |
De buisvormige mond van Moski heeft wel iets weg van een goed padvinders mes:
zes naaldachtige mesjes samen in een omhulsel.
Vier van de naalden steken en snijden door de huid heen.
Twee van de naalden vormen samen een buisje waar door het bloed op gezogen wordt.
Een van de zes naalden laat speeksel in de wond druppelen.
In dat speeksel zit een verdovende stof.
Die stof maakt dat het slachtoffer niet voelt dat het gebeten wordt.
| |
| |
| |
| |
Bovendien zorgt de stof er voor dat het bloed niet stolt terwijl Moski aan het zuigen is.
Later ontstaat een jeukende bult op de gestoken plek.
| |
| |
| |
| |
Moski begint bloed te zuigen, bloed dat ze straks nodig heeft om haar eitjes te kunnen maken.
Haar achterlichaam is nog dun, maar terwijl ze aan het drinken is, zwelt haar lichaam steeds meer op.
Als ze eindelijk klaar met drinken is, is haar achterlichaam wel drie keer zo opgezwollen als voor het drinken.
Moski is topzwaar.
Ze probeerd weg te vliegen.
Het lukt niet.
Moski is nog niet gewend om met zo'n zwaar lichaam om te gaan.
Zwaar valt ze op het bed neer.
| |
| |
| |
| |
De mens op het bed beweegt.
De hele omgeving beweegt mee.
Er valt een daverende klap.
De mens slaat met zijn hand op de plek waar Moski zoeven nog bloed zat te drinken.
Als de mens zijn hand weghaalt, ligt er op die plaats een klein plasje bloed met daar midden in de resten van wat eens een muskiet was.
Moski rilt.
Dit is een gevaarlijke plaats.
Ze moet maken dat ze hier weg komt!
| |
| |
| |
| |
Hijgend zit Moski even later uit te blazen op een muur van de slaapkamer.
Het was een zware tocht er heen.
Het viel niet mee, maar ze heeft het gehaald!
Moski is best trots op haar prestatie.
In haar buurt zitten nog meer muskieten uit te rusten.
Moski droomt wat voor zich uit.
Ze droomt van de eitjes die ze straks gaat leggen.
Die eitjes zal ze op verschillende plaatsen leggen om er zeker van te zijn dat ze uitkomen!
| |
| |
| |
| |
In het bloed dat ze dronk, zitten genoeg eiwitten om 75 tot 500 eieren te kunnen maken.
De hoeveelheid van de eitjes hangt af van de soort muskiet, die de eitjes legt.
Moski zal ongeveer 100 eitjes per keer maken.
| |
| |
| |
| |
Maar voor het zo ver is, moet Moski eerst water zien te vinden.
Muskieten leggen hun eieren in natte grond en water.
Elk soort water, in wat voor soort omgeving dan ook.
Dat kunnen ziltige zwampen en moerassen zijn,
plassen en vijvers van zoet fris water, of vieze afvoerputjes en smerige goten.
Zelfs kroondoppen of bladeren waar het water in blijft staan, zijn goed genoeg voor een muskiet om haar eieren in te leggen.
| |
| |
| |
| |
Moski is een denguemuskiet.
Zij houdt van lekker schoon water.
Helder water, waar ze haar eieren met een gerust hart achter kan laten.
| |
| |
| |
| |
Met een gerust hart, want als het water om een of andere reden zou opdrogen, dan vallen haar eitjes naar de bodem.
Daar blijven ze wachten tot er weer water komt.
De eitjes zijn geduldig.
Langer dan een jaar kunnen ze zonder water!
Komt dat water er tenslotte, uit de kraan of door de regen, dan komen de eitjes binnen het half uur uit.
En de denguemuskiet kan haar cyclus voortzetten.
| |
| |
| |
| |
Is er weinig water?
Ook dat is geen ramp voor de denguemuskiet.
Ze wordt aangetrokken door het kleine beetje water dat er is.
Als ze merkt dat het waterpeil laag is, weet ze dat er weinig overlevingskansen voor haar eitjes zijn.
Ze zet haar eitjes dan tegen de randen van het waterreservoir af.
Ze weet dat er vroeg of laat toch meer water komen zal.
Tot die tijd zitten haar eitjes veilig tegen het waterreservoir aangeplakt.
Ja, de denguemuskiet zorgt goed voor haar nageslacht!
| |
| |
| |
| |
Snap!
Moski schrikt uit haar dommel.
Ze vliegt een eindje weg.
Op de plaats waar ze zojuist zat te dromen, zit nu een afschuwelijke kamerhagedis.
Haar buurvrouw is verdwenen.
Een vleugeltje steekt nog buiten de bek van de kamerhagedis!
Nu loert de kamerhagedis naar Moski.
Moski vliegt weg.
Het is hier vol gevaren.
Ze mag van geluk spreken dat ze nog leeft!
| |
| |
| |
| |
Hoe kan ze zo dom zijn om tussen al die gevaren in te zitten slapen.
Ze zal beter op moeten letten.
Er wacht haar nog een belangrijke taak.
| |
| |
| |
| |
Zoekend vliegt Moski rond.
Ze is op zoek naar water.
De tijd dringt.
Ze moet nodig eieren leggen.
Hier binnen is nergens water te vinden.
Bovendien is deze plaats vol gevaren.
Daarnet vloog ze nog langs een spinneweb.
Heel wat muskieten zaten daar in vast.
Huiverend denkt Moski er aan terug.
Ze vliegt terug naar de plaats waar ze binnen kwam.
Na wat heen en weer vliegen vindt ze het gaatje in het gaas.
Ze vliegt naar buiten, de donkere nacht tegemoet.
| |
| |
| |
| |
Eenmaal buiten is het niet moeilijk voor Moski om water te vinden.
Ze heeft het maar voor het kiezen.
Het erf ligt vol met rommel.
Het heeft geregend.
Er zijn dus heel wat plaatsen met heerlijk fris regenwater.
Moski vliegt op een kapotte fles af.
De fles ligt half verscholen onder een varen.
Dat lijkt Moski een veilige plaats om haar eitjes te leggen.
Moski gaat tegen de wand van de fles zitten.
| |
| |
| |
| |
Met haar achtereinde vlak boven het water drukt ze haar eitjes een voor een tegen de wand van de kapotte fles net tegen de waterspiegel aan.
Er lijkt geen einde aan te komen.
Als Moski tenslotte toch haar laatste eitje naar buiten heeft gedrukt, blijft ze uitgeput tegen de glaswand aan zitten Na een tijdje vliegt ze uitgerust weg: op zoek naar nectar om weer krachten op te doen voor wat haar nog te wachten staat.
| |
| |
| |
| |
De eitjes van Moski liggen een dag of twee in het water.
Daarna stijgen in de buurt van de eitjes luchtbelletjes omhoog naar het wateroppervlak.
Daaraan is te zien dat de eitjes uit komen.
Piepkleine larfjes werken zich uit de eitjes.
Ze zijn zo klein dat ze bijna niet te zien zijn met het blote oog.
Ze buitelen en wriemelen door het water.
De larfjes leven in het water, maar ze hebben wel lucht nodig om te ademen.
| |
| |
| |
| |
Wanneer ze lucht nodig hebben wriemelen ze zich naar de oppervlakte van het water.
Dan steken ze een snorkeltje boven het water uit, waardoor ze adem halen Dat snorkeltje zit aan hun achterlijf!
Muskietenlarfjes eten van alles:
algen, plantenresten, dode muskieten, wat er maar ook voor hun eetgrage larvenbekjes komt, slokken ze al dansend naar binnen.
Er is genoeg te eten voor de larfjes en dat is maar goed ook, want de larfjes hebben een reuzenhonger!
Ze groeien en groeien!
| |
| |
| |
| |
Al na een dag of zes veranderen de muskietenlarfjes in muskietenpoppen.
Ze drijven naar de oppervlakte en blijven daar vlak onder de waterspiegel hangen.
Poppen van de meeste insekten bewegen zich niet.
De poppen van muskieten kunnen zwemmen door zich hobbelend voort te bewegen vlak onder de waterspiegel.
| |
| |
| |
| |
Ki Pop drijft vlak onder de waterspiegel.
Vanuit Ki Pop steekt een piepklein snorkeltje boven het water uit.
Daar ademt ze mee.
Ki Pop hoeft niet te eten.
Dat deed ze genoeg toen ze nog een larfje was.
Het lijkt alsof Ki Pop niets doet.
Ze drijft daar maar.
Toch gebeurt er juist nu heel veel in haar lichaam.
Ze verandert van een larfje in een muskiet.
En dat gebeurt allemaal in maar een paar dagen tijds!
| |
| |
| |
| |
Daar had ze al dat eten voor nodig toen ze nog een larfje was.
Na vier dagen is het zo ver.
Het taaie omhulsel van Ki Pop breekt open en Ki Zilverstreep werkt zich naar buiten.
Verrukt kijkt Ki om zich heen, dan kijkt ze naar het beeld in de waterspiegel onder zich.
O, wat mooi!, denkt ze.
Ben ik dat sierlijke wezentje?
Trillend van ontzag en vreugde slaat Ki haar vleugeltjes uit en vliegt weg, het leven tegemoet.
|
|