Men schat de jaarlijksche opbrengst onzer stroonijverheid op meer dan vier millioen franken. Eene vrij aanzienlijke som, indien men rekening houdt van de geringe waarde der grondstof, en dat drie vierden der opbrengst in werkloonen worden uitgedeeld.
Ongelukkig is heden de kaart gekeerd. Deze nijverheid doorleeft, zooals zoovele andere, eenen ziekelijken toestand en is met ondergang bedreigd.
Onze stroovlechten worden van de wereldmarkt verdrongen, door den overtolligen invoer in Europa en Amerika van dergelijke voortbrengselen uit China, aan zonderling lage prijzen. De laatste handelsverdragen met Duitschland en vooral met Frankrijk hebben niet slechts onzen uitvoer van stroohoeden belemmerd, maar onze stroonijverheid den genadeslag toegebracht.
Welk is de oorsprong dezer belangwekkende nijverheid in ons vaderland? - Niemand zal het zeggen: alleenlijk blijkt uit volksoverleveringen, dat zij tot eene hooge oudheid opklimt.
Doch tot aan het einde der vorige eeuw slenterende deze landelijke nijverheid ellendig voort. De bevolking van het Jekerdal was arm, wanordelijk, zedeloos
In 1785, werd een geleerd priester, professor van Latijnsche letterkunde in het bisschoppelijk Seminarie van Luik, schrijver van verdienstelijke gedichten en populaire Waalsche liederen tot pastoor van het dorp Glons benoemd.
En zie, dank aan de werkzaamheden van een nederigen dorpspastoor, bijgestaan door een eenvou-