Naar de letter
(2003)–Marita Mathijsen– Auteursrechtelijk beschermdHandboek editiewetenschap
[pagina 69]
| |||||
3.4.1. Facsimile-editieEen apart geval vormt de facsimile-editie. Van een facsimile-editie spreekt men als de gekozen basistekst in zijn geheel fotografisch gereproduceerd wordt in een nieuwe uitgave om als leestekst te dienen. Wanneer er alleen facsimile's opgenomen zijn ter illustratie, of wanneer naast de facsimile's een aparte leestekst is afgedrukt, noemt men dit geen facsimile-editie. Een facsimile-editie kan een wetenschappelijk doel dienen en dan binnen de specialistische edities vallen. Daarnaast is het mogelijk dat een uitgever voor deze vorm gekozen heeft om op een gemakkelijke wijze de tekst van een bepaald werk voor een breed publiek beschikbaar te stellen.Ga naar voetnoot33 Als handschriften of manuscripten gereproduceerd worden, spreekt men meestal van facsimile's, terwijl reprodukties van gedrukte werken ook wel reprints of fotomechanische herdrukken genoemd worden. De overige termen die nog in omloop zijn, en die meestal met de technieken van de reproduktie te maken hebben, laten we hier buiten beschouwing.Ga naar voetnoot34 Ik hanteer de term ‘reprint’ hier voor een uitgave waarbij alleen een uitgever en een fotograaf (of een reproduktiemachine) betrokken zijn geweest. De term ‘facsimile-editie’ reserveren wij voor een uitgave waaraan bovendien een editeur te pas is gekomen. Als een facsimile-editie gemaakt wordt voor wetenschappelijk onderzoek, dan moet die aan de volgende voorwaarden voldoen:
Het is niet wenselijk door middel van retouches zetfouten te corrigeren, ook al verantwoordt men deze. Er is geen bezwaar tegen het restaureren op zich: wegwerken van vlekken, leessporen en andere schade. Wel kan de editeur een lijst toevoegen van zetfouten die in een kritische editie gecorrigeerd | |||||
[pagina 70]
| |||||
zouden moeten worden. Het samenstellen van een facsimile-editie uit verschillende bronexemplaren is alleen toegestaan als dit op basis van analytisch-bibliografisch onderzoek gebeurt, en wanneer daarvan verantwoording afgelegd wordt. Een facsimile-editie is per definitie niet kritisch. Dat wil niet zeggen dat er geen onderzoek gedaan moet worden naar de tekstvorm. Bij een facsimile van een gedrukt werk zal een editeur om de basistekst (de te reproduceren tekst) te kiezen onderzoek moeten doen naar de overgeleverde drukken. Nadat hij een keuze voor een bepaalde druk gemaakt heeft op basis van onderzoek van de primaire en secundaire documenten, moet hij ook nog een exemplaar van een druk kiezen. Gezien de verschillen die er tussen de exemplaren van één druk uit de handpersperiode kunnen zijn, zal hij moeten collationeren om een geschikte versie te vinden. Soms zal die voorhanden zijn, en kan deze voor de reproduktie dienen. Maar het onderzoek kan tot de conclusie leiden dat er geen exemplaar voorhanden is dat in zijn geheel geschikt is voor de facsimile. Dan kan hij met behulp van verschillende exemplaren van een druk een ‘perfect’ exemplaar samenstellen. De term ‘perfect’ heeft hier niet betrekking op de volmaaktheid van de tekst, maar van de druk.Ga naar voetnoot36 Het resultaat is een exemplaar dat op deze manier - waarschijnlijk - nooit eerder bestaan heeft. Een dergelijke werkwijze heeft Hinman gevolgd bij zijn facsimile-editie van Shakespeares First Folio, die samengesteld werd uit 21 exemplaren.Ga naar voetnoot37 Als een dergelijke mengvorm gemaakt is op basis van analytisch-bibliografisch onderzoek, en zich ook presenteert als een reconstructie, valt de uitgave binnen de specialistische edities. Maar al te vaak komt het echter voor, dat zonder verantwoording verschillende exemplaren van een druk voor facsimile's gebruikt worden op louter praktische gronden, afhankelijk van beschikbaarheid, beschadigingen en reproduceerbaarheid. Ook worden zeten drukfouten geretoucheerd, custoden en signaturen weggelakt, gedeelten weggelaten en pagina-indelingen verknipt voor reprints zonder dat hiervan nauwkeurig melding wordt gemaakt. Verkruijsse beschrijft een facsimile-uitgave uit 1965 van Smalleganges Nieuwe cronyk van Zeeland die een samenvoeging is van gedeelten van verschillende exemplaren zonder dat daar enige verantwoording van gegeven wordt.Ga naar voetnoot38 Van Selm geeft een voorbeeld van een reprint waarbij een incompleet exemplaar gefacsimileerd is.Ga naar voetnoot39 Onder welke omstandigheden kan een facsimile-editie nu eigenlijk de voorkeur verdienen boven een andere editie? Niet altijd hoeft hierbij alleen aan de financiële overwegingen gedacht te worden. Er zijn herhaaldelijk pleidooien gehouden om meer facsimile's uit te geven, omdat studenten dan ten minste over de teksten kunnen beschikken. De vervaardiging van verant- | |||||
[pagina 71]
| |||||
woorde edities vergt zoveel arbeidstijd, dat ze slechts mondjesmaat beschikbaar komen.Ga naar voetnoot40 Maar een facsimile-editie kan meer betekenen dan alleen een ‘interimoplossing’ in afwachting van een goede editie. Teksten waarin door de auteur een eenheid tussen de typografische vormgeving en de tekst nagestreefd werd, of waarbij tekstgebonden tekeningen horen, zijn gebaat met een kwalitatief hoogstaande reproduktie. De wilde typografie van Multatuli's Minnebrieven is, zoals blijkt uit de herdruk in de Salamander-serie, niet goed na te bootsen [zie afbeelding].Ga naar voetnoot41 Een facsimile-editie zou hier meer voor de hand liggen.Ga naar voetnoot42 Bepaalde bibliofiele uitgaven zouden daarvoor ook in aanmerking kunnen komen. Een uitgave van poëzie van Paul van Ostaijen, Lucebert of K. Schippers is zonder facsimile's ondenkbaar. Bij Paul van Ostaijens handgeschreven bundels is zelfs de kleur betekenisdragend. In bepaalde gevallen kan de historische verschijningsvorm van een tekst van een dergelijk belang zijn, dat facsimile de voorkeur verdient. Men kan denken aan bepaalde pamfletten, kranten, onafhankelijkheidsverklaringen e.d. Ten slotte kunnen ook bepaalde manuscripten als facsimile's uitgegeven worden. Meestal zal daarbij een diplomatische weergave van het handschrift moeten worden gegeven.Ga naar voetnoot43 Voorbeelden van wetenschappelijke facsimile-uitgaven in Nederland zijn de editie van de Zeevsche nachtegaal (1982) en de edities uit de fell-serie.Ga naar voetnoot44 | |||||
3.4.2. Edities volgens de ‘critical-text’-theorieIn Engeland en Amerika heeft zich een theorie over het editeren van teksten ontwikkeld die tot nog weer een ander editietype geleid heeft. Bij de aanhangers van deze theorie is het uiteindelijke doel het samenstellen van een tekst zoals de auteur hem gewild zou hebben. Hoe de auteur die tekst gewild zou hebben, berust op hypothesen, die opgesteld zijn na zorgvuldig onderzoek van de overgeleverde versies. Van gelijkwaardigheid van versies wordt niet uitgegaan: de ‘laatste wil’ van de auteur is doorslaggevend. Het doelpubliek van de zogenaamde critical-text-edities is een combinatie van specialisten en semi-professionele lezers zoals studenten, leraren en journalisten. De editeurs van deze richting proberen een ‘ideale tekst’ te construeren door onderzoek van de overgeleverde documentaire bronnen. Handschriftelijke bronnen die geen volledige versie vertegenwoordigen en ontstaan zijn | |||||
[pagina 72]
| |||||
[pagina 73]
| |||||
De oorspronkelijke typografie van de zevende druk van Multatuli's Minnebrieven (Rotterdam, 1881, links) naast die van de herdruk uit 1984 naar de zevende druk (Multatuli, Minnebrieven. Met een nawoord van J.J. Oversteegen. Amsterdam, 1984. Salamander, 591). Overigens is in de noot van de Salamander-editie een lelijke zetfout ongecorrigeerd gebleven: dispostitie!
| |||||
[pagina 74]
| |||||
vóór de laatste netversie, worden gewoonlijk buiten beschouwing gelaten, behalve als de laatste netversie niet overgeleverd is. Dan vervangen de vroegere manuscripten de verloren kopij. In tegenstelling tot wat bij het historisch-kritisch onderzoek gebeurt, is de reconstructie van het genetisch proces niet het doel van het onderzoek. Uitgangspunt is dat een eenmaal gedrukte tekst bij herdrukken steeds corrupter wordt. Ook een eerste druk geeft in het algemeen door het drukproces niet overal de door de auteur bedoelde tekst weer. Voor de editie worden zowel de eerste druk als alle varianten in volgende drukken kritisch bekeken. Alleen als zeker is dat de auteur een bepaalde verandering gewild heeft, wordt die in de leestekst overgenomen. De uiteindelijke leestekst hoeft niet op één versie te berusten, maar kan elementen uit verschillende versies bevatten.Ga naar voetnoot45 De meeste wetenschappelijke edities in Amerika zijn tot op heden volgens de opvattingen van de ‘critical-text’-theorie vervaardigd volgens richtlijnen van de cse (Committee on Scholarly Editions).Ga naar voetnoot46 Een dergelijke editie bevat naast de leestekst een uitvoerige editieverantwoording. Verder bevat de editie een lijst van de emendaties in de basistekst. In het apparaat worden alle woordvarianten (‘substantives’) uit relevante versies die na de basistekst ontstaan zijn, vermeld. In de commentaar komen dezelfde onderwerpen aan de orde als bij studie-edities. In Nederland bestaan weinig voorbeelden van edities volgens deze critical-text-methode. F. Veenstra heeft zijn editie van Bredero's Griane wel hierop gebaseerd, maar had uiteindelijk maar met één documentaire bron te maken.Ga naar voetnoot47 Bekende voorbeelden uit de Angloamerikaanse praktijk zijn de edities van Hawthorne, Fielding en Melville.Ga naar voetnoot48 Stempel van het Center for Scholarly Editions (cse), toegekend aan edities die voldoen aan de eisen van het cse en die gecontroleerd zijn door speciale inspecteurs. Hier ontleend aan een deel uit 1991 van The Cornell Wordsworth.
| |||||
[pagina 75]
| |||||
3.4.3. ArchiefeditieDe zogenaamde archiefeditie, een term die is ingevoerd door Kanzog, heeft als doel het vastleggen van alle documentaire bronnen in een diplomatisch afschrift. De archiefeditie dient als grondslag voor verder wetenschappelijk onderzoek en maakt het steeds opnieuw raadplegen van de documenten overbodig.Ga naar voetnoot49 Verkruijsse neemt in een artikel uit 1974 de term van Kanzog over, en beperkt die tot de editie van manuscripten. Bij hem gaat het erom dat een tekst compleet weergegeven wordt met behulp van een diacritisch tekensysteem, inclusief de onzekerheden die de editeur heeft, zodat de bron in principe niet opnieuw geraadpleegd behoeft te worden door andere onderzoekers, behalve als het om paleografie of papieronderzoek gaat. Hij betrekt zijn archiefeditie alleen op de weergave van één documentaire, handschriftelijke bron, terwijl Kanzog in zijn archiefeditie alle gedrukte en geschreven documentaire bronnen bij elkaar wil brengen, zodat ze vergeleken kunnen worden.Ga naar voetnoot50 Er is nogal wat kritiek op de formulering van Kanzog, die indirect ook op die van Verkruijsse betrokken kan worden.Ga naar voetnoot51 Eigenlijk is een ‘archiefeditie’ geen editie maar een werkfase die voorafgaat aan de kritische vergelijking van versies. Het ligt voor de hand dat een editeur eerst alle bronnen van een tekst verzamelt, ze evalueert op autorisatie, de onderlinge verhoudingen onderzoekt en de handschriftelijke bronnen omzet in een duidelijk leesbare, dat wil zeggen getypte of gedrukte tekst. Het is de vraag of het ooit wel zinvol is een archiefeditie uit te geven. Beter zou het zijn werkpapieren te deponeren bij verschillende onderzoeksinstituten, want het aantal onderzoekers dat daadwerkelijk van een archiefeditie gebruik zou maken is zeer beperkt. Daarenboven is het een illusie dat een archiefeditie het raadplegen van de bronnen zelf overbodig zou maken. Elke weergave van een handschrift bevat interpretatieve elementen, en het is onmogelijk tot een volstrekt objectieve weergave van een manuscript te komen.Ga naar voetnoot52 Samenvattend kan gesteld worden, dat het invoeren van een aparte term voor ‘archiefeditie’ alleen zin heeft voor archiefedities zoals Verkruijsse die voorstelt: nauwkeurige afschriften van handschriftelijke documentaire bronnen met het doel de handschriften te sparen en wetenschappers materiaal te verschaffen voor een (historisch-)kritische editie, of om snelle raadpleging van de inhoud van niet-geëditeerde teksten te vergemakkelijken. Archiefedities worden niet uitgegeven, maar gedeponeerd. Een enkele maal, bij zeer bijzondere manuscripten, kan een facsimile met daarnaast een diplomatische | |||||
[pagina 76]
| |||||
transcriptie, zinvol zijn.Ga naar voetnoot53 Het blijft echter een illusie te denken dat manuscripten daardoor niet meer geraadpleegd hoeven te worden. | |||||
3.4.4. Overige termenEr zijn nog enige termen voor editiesoorten in omloop, die minder verspreiding hebben gekregen. Voor brieven bestaat een editietype dat de regestenuitgave genoemd wordt. In een dergelijke uitgave worden de brieven niet volledig geëditeerd, maar alleen beschreven, samengevat, geïndexeerd en geciteerd wat de belangrijkste stukken betreft (zie hierover hoofdstuk 14). De variorum editie is, evenals de varianteneditie, een niet gespecificeerde term voor edities waarin alle varianten in manuscripten en gedrukte versies weergegeven zijn. Ook wordt met de variorum-editie een soort meta-editie aangeduid: een samenvatting van annotaties en commentaar en tekstkeuzes uit vroegere edities in een nieuwe editie.Ga naar voetnoot54 Aan de schooleditie kunnen dezelfde eisen gesteld worden als aan de leeseditie, maar omwille van het publiek kan de samensteller verder gaan dan voor een leeseditie toegestaan is. Herspellen kan wenselijk zijn, normalisatie eveneens, en ook kan men met fragmenten van teksten volstaan. De term ‘editie’ is dan echter niet meer van toepassing. De samensteller van een schooluitgave dient wel altijd uit te gaan van een betrouwbare editie, en zich te verantwoorden over zijn tekstingrepen, zij het niet in detail, maar in het algemeen. In oudere edities wordt de benaming diplomatische editie tegenover kritische editie gehanteerd. De termen ‘diplomatisch’ en ‘kritisch’ worden tegenwoordig echter vooral gebruikt om het verschil aan te duiden tussen de manieren waarop de tekst behandeld wordt en niet voor een onderscheid tussen de editietypes. Toch noemt de sinds 1975 verschijnende editie van de volledige werken van Hugo von Hofmannsthal zich weer ‘kritisch’, om aan te geven dat de volledige weergave van de varianten er niet in te vinden is, maar wel ‘einen textologisch gesicherten Text auf Grund der kritischen Analyse der gesamten Überlieferung’.Ga naar voetnoot55 |
|