Naar de letter
(2003)–Marita Mathijsen– Auteursrechtelijk beschermdHandboek editiewetenschap
3.2. Studie-editieHet tweede editietype is de studie-editie. Het leespubliek van de studie-editie kan zowel uit studerenden bestaan als uit mensen die zich beroepsmatig voor een werk interesseren. In het vorige hoofdstuk zagen we welke beroepsgroepen in studie-edities geïnteresseerd zouden kunnen zijn (par. 2.2). Voor hen moet wetenschappelijke informatie in een toegankelijke vorm beschikbaar zijn. De studie-editie heeft een soort bemiddelingsfunctie: de resultaten van de specialistische edities worden hierin doorgegeven. Zeller noemt de historisch-kritische editie de ‘ijsbreker’ voor studie-uitgaven.Ga naar voetnoot19 Een studie-editie kan zowel een enkel werk van een auteur omvatten, als de volledige werken. De studie-editie biedt minimaal het volgende:
Wat men doorgaans in een studie-editie niet zal aantreffen, is een variantenapparaat. Een selectie daaruit kan wel aangeboden worden, als onderdeel van het opstel over de tekstgeschiedenis, maar in het algemeen zijn gebruikers van een studie-editie meer gebaat bij een samenvattende beschouwing | |||||||
[pagina 66]
| |||||||
over de verschillen tussen de versies, dan bij een gedetailleerde weergave daarvan. Los hiervan staat de lijst van correcties op de basistekst. In veel studie-uitgaven in het Duitse en Engelse taalgebied worden spelling en interpunctie gemoderniseerd. Voor de Nederlandse situatie is herspelling in een studie-uitgave in het algemeen niet wenselijk (zie hiervoor hoofdstuk 10).
In de secundaire literatuur over de studie-editie wordt groot belang gehecht aan de commentaar. Een goede studie-editie bevat in de commentaar de stand van zaken in het wetenschappelijk onderzoek van een werk. In het algemeen wordt het noodzakelijk geacht dat er hoofdstukken in zijn opgenomen over de ontstaansgeschiedenis van een tekst en de ontwikkeling ervan. Ook zal de eigentijdse receptie besproken moeten worden aan de hand van een selectie uit de oordelen van tijdgenoten. Annotaties bij de tekst zijn noodzakelijk wanneer het om historische werken gaat. Kanzog meent dat het geëditeerde werk ook in zijn geheel geanalyseerd en geïnterpreteerd moet worden. Een selectieve bibliografie voor verder onderzoek wordt als onontbeerlijk beschouwd.Ga naar voetnoot20 Zowel Hagen als Kanzog wijzen erop dat een studie-editie sneller zal verouderen dan een historisch-kritische, omdat in een studie-editie ook analyses en interpretaties opgenomen worden en de laatste stand van zaken in het onderzoek van een werk.Ga naar voetnoot21
Er is in het buitenland grote ervaring met studie-edities. De Pléiade-reeks, die geen duidelijke richtlijnen voor editeurs heeft, omvat zowel delen die studie-edities genoemd kunnen worden, als edities met een uitvoerig variantenapparaat.Ga naar voetnoot22 In Engeland staan de studie-edities uit de Longman-serie bekend om hun voortreffelijke commentaren. De Deutscher Klassiker Verlag noemt haar pretentieuze reeks werken van Duitse klassieke schrijvers studie-uitgaven. Aan de edities in deze reeks worden de bekende voorwaarden gesteld: er moet een betrouwbare leestekst zijn en een editieverantwoording, en de commentaar bestaat uit opstellen over de tekstgeschiedenis, het ontstaan, de bronnen en de receptie.Ga naar voetnoot23 Erler wijst er in een artikel over de vroegere Oostduitse studie-uitgaven op, dat vaak geen historisch-kritische of andere verantwoorde edities beschikbaar zijn waarop teruggegrepen kan worden.Ga naar voetnoot24 Ook in Nederland geldt deze situatie. Veel van de studie-edities die in Nederland verschenen zijn, voldoen dan ook slechts ten dele aan bovenstaande voorwaarden. De titels uit de niet meer bestaande reeks Zwolse drukken en herdrukken hadden vaak een goede commentaar, maar de leestekst was niet betrouwbaar. Een | |||||||
[pagina 67]
| |||||||
voorbeeldfunctie heeft de onder auspiciën van het Constantijn Huygens Instituut tot stand gebrachte studie-editie van de poëzie van J. Six van Chandelier.Ga naar voetnoot25 |
|