Verantwoording
Wie de juiste vragen stelt, kan het verleden laten spreken. In gesprekken met letterkundigen uit de vorige eeuw wil ik laten zien, dat deze doodgewaande schrijvers net zo levend zijn als hedendaagse: dat ze net zo bezeten waren van hun vak als de tegenwoordige en op dezelfde manier nadachten over hun schrijverschap.
Daartoe heb ik gebruik gemaakt van authentiek materiaal. Alle uitspraken in de zogenaamde gesprekken berusten op gepubliceerde en niet gepubliceerde werken en brieven van de betreffende auteurs. Ook voor de beschrijvingen van de interieurs is gebruik gemaakt van gegevens van tijdgenoten, van boedelbeschrijvingen of veilingcatalogussen. De inrichting van de Hemelse Berg, het buitenhuis van Jan Kneppelhout, ontleende ik aan een gesprek met jonkvrouw J. Beelaerts van Blokland, die daar geboren is. Het uiterlijk van de auteurs wordt geschetst zoals tijdgenoten het beschreven hebben.
Voor het tijdstip van het interview heb ik een moment gekozen dat me illustratief leek voor de loopbaan van de betreffende schrijver. De feiten die genoemd worden in de gesprekken zijn chronologisch juist. In de bibliografie worden de titels genoemd van de gebruikte literatuur.
Vrijheden heb ik me veroorloofd in de schikking van de uitspraken. Ook combineer ik overeenkomstige meningen uit verschillende bronnen. De citaten zijn meestal niet letterlijk overgenomen, maar gemoderniseerd en hier en daar verhevigd. De grondtoon en strekking van de uitspraken zijn steeds behouden. In mijn tussenvoegingen en verbindende zinnen probeer ik de speciale stijl van elke auteur te handhaven.
Waarom deze schrijvers en geen andere? Waarom geen Multatuli en geen Busken Huet? Waarom geen Tollens en Hasebroek? Het antwoord is in de geest van de gesprekken: déze stonden het me toe, andere niet. Staring stond het mij pas na acht jaar twijfelen toe. Sommige auteurs vond ik niet interessant genoeg voor een gesprek. Multatuli heeft het allemaal zelf zo duidelijk in zijn Ideeën gezegd, dat het geen zin had er nog eens vragen tussen te smokkelen. Huet en ik verstaan elkaar niet. Hasebroek zou in zijn opvattingen en zijn stijl zo tussen Beets en Kneppelhout liggen, dat