Kruisgezangen(1718)–Govert van Mater– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Christus Gekruist. Matth. XXVII. vers 33. 34. 1 Wie siddert niet? wie moet niet beeven Daar Jezus over is gegeven Aan 't woên der dolle Razerny? Treurt Christen Zielen treurt met my Om al't gejuich der Joodsche schaaren, En Godvervreemde Moordenaaren. 2 Wie kan 't geknars? wie kan de slagen Der nagels in zyn Ziel verdraagen, Daar onze Zaligmaker legt, En aan het kruis wordt vast gehecht? Wie schreit niet, daar ze, om hem te drenken, Vast bittren wyn met Edik schenken? 3 Wie kan? wie kan in deeze elenden Het schimpen van de Joodsche Benden Aanschouwen met een taai geduld? Daar 't alles wordt in 't eind vervuld 't Geen Gods geheiligde Profeeten Ons in 't Orakelboek doen weeten. Vorige Volgende