Kruisgezangen(1718)–Govert van Mater– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Judas Wanhoop. Matth. XXVII. vers 3. 4. 5. 1 O Wanhoop die myn Ziel doorsnydt, En 't droef Gemoed aan stukken ryt, Wat baart ge duldelooze pynen! Ach angst die uur op uur vermeêrt, En Ziel en Lyf geheel verteert! ô Voorspel van een eeuwig quynen, Dat myn benauwde Ziel doorsnydt En 't droef Gemoed aan stukken ryt! 2 Hoe treurt myne afgematte Ziel, Die in des Satans klaauwen viel, Nu ze in het klamme zweet moet baaden! Helaas ze smelt door traan op traan, Nu ik deez' misdaad heb begaan, En mynen Heer myn God verraaden. Hoe treurt myne afgematte Ziel, Die in des Satans klaauwen viel. 3 Kom naare Dood doorschiet myn hert, En eindig voor een wyl myn smert! Daar is voor my geen heil te erlangen, Nog rust, nog hoop, nog troost, nog heul: Ik voel, ik voel den wreeden beul Myn doorgeknaagd Geweten prangen! Kom naare Dood doorschiet myn hert, En eindig voor een wyl myn smert! Vorige Volgende