Kruisgezangen(1718)–Govert van Mater– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Christus voor Kajafas ondervraagd. Matth. XXVI. vers. 59- - -66. 1 O Kajafas! een reeks van quaâ Getuigen. Komt noch te kort om Jezus te doen buigen: Al braakt de Schaare en laster en geweld. Myn Heiland zwygt, en wint met zwygen 't veld. 2 Vervloekt Gedrocht! uit d' Afgrond opgedonderd Tot Jezus straf! hoe toont ge u zo verwonderd, Dat hy zich zelf Gods eigen Zoone noemt, Nog voor uw' Troon zyn Godheid niet verbloemt. 3 Scheur vry uw Kleed! maar vrees als hy, gezeten Op zynen Troon, elk eens bedryf doet meeten, En ieder een rechtvaardig Recht verschaft; Het Goed beloont, maar 't Quaad voor eeuwig straft. Vorige Volgende