Kruisgezangen(1718)–Govert van Mater– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Christus Gevangen. Mark. XIV. vers 50. Joan. XVIII. vers 12, 13. 1 De Heiland van zyn Volk verlaten Wordt fluks omringd door snoô Soldaaten, En voort, bezet aan allen kant, Door wreede Beulen aangerand. 2 Het Godlyk Lichaam wordt gebonden Het heilig Dekkleed gansch geschonden, Hy zelf bespot, beschimpt, belacht, En vorder na het Hof gebragt. 3 Wie moet op 't droef gezicht niet treuren, Daar ze onzen waarden Heiland sleuren, Ja daar hy noch van doodangst gloeit, En 't heilig bloed ten Lyve uit vloeit. Vorige Volgende