Kruisgezangen(1718)–Govert van Mater– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina VII] [p. VII] Bedenking; op Het Lijden onses Heeren Jesu Christi. NAdien ons dese dag te nooden schijnt veel eer Tot klachten als tot kluchten: Soo voel ik my beweegt uw bitter lijden, Heer, En in uw lijden, laas! mijn' sonden te besuchten, Een ander, Christe mag (indien 't hem lust) een lied Op vorsten-daden smeden: Voor my (ik spreke rond) 't en raekt 't en roert my niet Wat Cæsar heeft gedaen, maer wat gy hebt geleden. Ik dencke menigmael nu aan die felle roên. Nu aan dat valsch betichten, [pagina VIII] [p. VIII] Nu weer aen kroon en kruys; wat kan ik beter doen, Als die gedachten eens uytwerpen in gedichten? En ik en hoef hier toe 'k en weet wat Musen niet Om komst en kracht t'erlangen: Neen, neen: uw geest, die kracht in alle geesten giet, Geef kragt aen mijnen geest, en geest aen mijn' gesangen; Op dat ik, onvermoeyt van aerdsche sorgen, sing, Hoewel niet sonder schreyen, Hoe swaar die smerte was die u door 't herte ging, En welk' een' dood ons moest in 'teeuwig leven leyen. Jeremias de Decker. Vorige Volgende