Kleine katechismus der natuur voor kinderen
(1779)–J.F. Martinet– AuteursrechtvrijJ.F. Martinet, Kleine katechismus der natuur voor kinderen. Johannes Allart, Amsterdam 1779
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 1772 F 123
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens enkele hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Kleine katechismus der natuur voor kinderen door J.F. Martinet uit 1779.
redactionele ingrepen
p. 98: daaarin → daarin; ‘en ook daarin vast te kunnen staan’.
Bij de omzetting van de oorspronkelijke bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV, VI) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. t.o. I)]
[pagina ongenummerd (p. I)]
kleine CATECHISMUS der NATUUR.
[pagina ongenummerd (p. V)]
kleine KATHECHISMUS der NATUUR
voor KINDEREN,
door J.F. Martinet.
Predikant te Zutphen.
Te Amsterdam, by Johannes Allart.
mdcclxxix.
Met Privilegie van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staaten van Holland en Westvriesland.
[pagina ongenummerd (p. VIII)]
Lyst der zamenspraaken.
I. | ZAMENSPRAAK OVER HET BESCHOUWEN VAN GODS WERKEN. | Bl. 1-7. |
II. | ZAMENSPRAAK OVER HET UITSPANSEL EN DE HEMELSCHE LICHAAMEN. | 8-15. |
III. | ZAMENSPRAAK OVER DE LUCHT EN DE VERHEVELINGEN. | 16-30. |
IV. | ZAMENSPRAAK OVER DE AARDE. | 31-36. |
V. | ZAMENSPRAAK OVER DEN MENSCH. | 37-54. |
VI. | ZAMENSPRAAK OVER HET LAND EN HET WATER. | 55-60. |
VII. | ZAMENSPRAAK OVER DE EIGENSCHAPPEN DER DIEREN. | 61-65. |
VIII. | ZAMENSPRAAK OVER DE DIEREN ONZES VADERLANDS. | 66-69. |
IX. | ZAMENSPRAAK OVER DE EIGENSCHAPPEN DER VOGELEN. | 70-75. |
X. | ZAMENSPRAAK OVER DE VOGELEN ONZES VADERLANDS. | 76-79. |
XI. | ZAMENSPRAAK OVER DE EIGENSCHAPPEN DER VISSCHEN. | 80-83. |
XII. | ZAMENSPRAAK OVER DE BYZONDERE VISSCHEN ONZES VADERLANDS. | 84-86. |
[pagina ongenummerd (p. IX)]
XIII. | ZAMENSPRAAK OVER DE EIGENSCHAPPEN DER INSECTEN. | 87-89. |
XIV. | ZAMENSPRAAK OVER DE BYZONDERE INSECTEN ONZES VADERLANDS. | 90-95. |
XV. | ZAMENSPRAAK OVER DE EIGENSCHAPPEN DER PLANTEN. | 96-100. |
XVI. | ZAMENSPRAAK OVER DE VERSCHEIDENHEID EN NUTTIGHEID DER PLANTEN ONZES VADERLANDS. | 101-108. |
XVII. | ZAMENSPRAAK OVER DE BLOEMEN. | 109-113. |
XVIII. | ZAMENSPRAAK OVER DE ZAADEN. | 114-117. |
XIX. | ZAMENSPRAAK OVER DE VOORTBRENGSELEN VAN HET OOSTEN EN VAN HET WESTEN. | 118-120. |
XX. | ZAMENSPRAAK OVER DEN OOGST. | 121-129. |
XXI. | ZAMENSPRAAK OVER DE BOSSCHEN EN BOOMEN ONZES VADERLANDS. | 130-135. |
XXII. | ZAMENSPRAAK HET BESLUIT. | 136-138. |