Katechismus der natuur (4 delen)
(1777-1779)–J.F. Martinet– Auteursrechtvrij
[pagina 35]
| |
Eerste Druk.I. Druk. Bladz. 11. reg. 5. van boven. Staat dezelfde kennis; lees de waare kennis. I. Druk. Bladz. 24. reg. 13. van boven. Staat in eenen kelk; lees in den algemeenen kelk. I. Druk. Bladz. 32. reg. 9. van onder. Staat in de meeste Planten, lees in de Planten. I. Druk. Bladz. 33. reg. 1. van boven. Men leeze hier, gelyk in de Drukfeilen opgegeeven is, dat in Meloenen en Komkommers de Vrugt niet voorafgaat, en de Bloem daarop volgt. Zo veel ik weet, is er geene Plant, die deeze hoedanigheid bezit. I. Druk. Bladz. 61. reg. 5. van boven. Ik noem de welriekenheid een diep geheim, al vindt men de oorzaak in dm zo genoemden | |
[pagina 36]
| |
fynen Geest der Planten en Bloemen, wiens zitplaats men stelt in derzelver Olie. I. Druk. Bladz. 155. reg. 3. van onder. Agter het woord Chamaepitys kan men ook Chamoedrys voegen, wyl het afkooksel van dit Gewas ook kan dienen tot eenen gezonden drank. I. Druk. Bladz. 168. reg. 4. van boven. Staat agt geheele Peperkorrels. Men meene niet, dat ik juist aan dit bepaald getal eene byzondere kragt toeschryve. Men kan ook een minder getal neemen, hoewel het gemelde geene te groote gift zy. I. Druk. Bladz. 184. reg. 6. van boven. Ik heb het gebruik der zeer gezonde Salade van Paardebloemen klein genoemd, ongeagt de menigte, die in sommige oorden onzes Lands, ten tyde des voorjaars, genuttigd wordt, wyl er noch veel van dezelve onaangeroerd blyft staan, waarvan egter niets behoorde overgelaaten te worden, als men in aanmerking neemt derzelver ontbindende en afveegende vermogens, waardoor onze vogten, die door den taaien winterkost en mindere beweeging traag geworden zyn, en daardoor verstoppingen veroorzaakt hebbende, verdund worden, en dus eene nieuwe vloeibaarheid verkrygen. I. Druk. Bladz. 190. reg. 1. van onder. Staat den hoest en raauwheden weg; lees alleen den hoest weg. I. Druk. Bladz. 191. reg. 1. van boven. Staat zo wel als die der wonden; lees, en is een heilzaame balsem voor wonden. I. Druk. Bladz. 251. reg. 11. van onder. Dat de Stengel der Vaaren (Filix) en vooral | |
[pagina 37]
| |
derzelver versche Wortel, doorgesneeden, de gedaante van het Keizerlyk Wapen of eenen dubbelen Arend vertoont, kan men hier wel byvoegen. I. Druk. Bladz. 269. reg. 7, 8. van onder. Heb ik my hier te kort uitgedrukt op deeze twee regels, men leeze agter het woord haalen dit volgende. ‘De Menschen zoeken zodanige Boeken, om daarin schoone verscheidenheden van gevallen te vinden, die zelden of nooit in waare Historien voorvallen. Zy meenen althans, dat er in den Bybel geene fraaie Geschiedenissen te leezen zyn. Maar welk Mensch heeft ooit in een verdicht Schrift een zamenweessel van gevallen byéén gebragt, dat zo schoon is als de aanbiddeiyke leiding van Gods Voorzienigheid in de vernedering en verhooging van Josef. Die ze met opmerking leest, moet zich over het wonderbaare, dat hy hier vindt, meer verbaazen dan over alles, wat het vernuft en de verbeeldingskragt van den schrandersten Mensch in staat waren uit te denken. I. Druk. Bladz. 361. reg. 3. van onder. Men kan hier agter het woord Hondsdraf byvoegen, dat de Malva sylvestris en de Althaea officinalis vooral te pas komen in eenen scherpen hoest. I. Druk. Bladz. 374. reg. 1. van boven. Na dit geschreeven te hebben, is my gebleeken, dat één of twee Vaderlandsche Dichters van deeze Echo melding gemaakt hebben. I. Druk. Bladz. 439. reg. 1. van boven. Staat nu deeze, lees liever nu deeze myne. |
|