Verzamelde gedichten(1941)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] Verzet Toen zei de man: ik ben moe; vijand laat van mij af; ik verweer mij niet meer; ik lig nog maar wat en wacht af of ik gehaald word vannacht. en de priester: ik breng u den Heer. maar hij met een laatsten slag sloeg het kruisbeeld weg van zijn mond en krijschte: ga weg - neem mijn laatst bezit mij niet af: mijn zonden gaan mee in mijn graf. Vorige Volgende