Tempel en kruis(1940)–H. Marsman– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] XXXV De wanhoop doorvlijmde zijn hart met de adderbeet van het berouw, en vergiftigd als eenmaal de vrouw zat hij neer aan het Avondmaal om vleesch te zijn van het Vleesch dat den dood overstralen zou en zetelen boven den tijd. gezuiverd en blank het gelaat, in een kleed van edel metaal dat de roest niet verteren zou noch de sulferdauw van het kwaad. Vorige Volgende