bababa, rtrtrrttt.’ Hij maakt nog allerlei gekke geluidjes.
Terwijl zij zo bezig zijn grapjes te maken komt er weer een auto aan die niet ver van de bank stopt.
Deze moet zeker chips hebben.
Helaas, het javaanse madonna'tje staat reeds bij de ruit van de auto. De grote knaap is te laat en gaat er teleurgesteld bij staan.
‘Meneer, chips hier, verse chips, die chips van haar zijn niet goed meneer, zijn buku (beschimmeld), zijn oude chips van dinsdag, dinsdag heeft het geregend meneer, zij zijn weer droog geworden.’
De man heeft echter reeds chips gekocht bij het meisje en rijdt door.
Het wordt weer een tijdje stil.
Plotseling begint Pukkie, die zich nu op het grasveld naast de bank bevindt, combat te spelen met een denkbeeldige mitrailleur: ‘Brrteteterrt, bam, bam, brttettettetterbrtrttt.’
De vrouw op de bank glimlacht, de man schudt meewarig met zijn hoofd, hij kan toch een glimlach niet onder-