Nochtans een christen(1962)–A. Marja– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] De bruidegom Te middernacht, ik sliep, maar 't hart bleef waken - omdat het liefhad - als bij heldre dag; het daglicht kwam, ik wilde 't donker maken: het laat me koud, wat het ook brengen mag! Zij was er niet, die al mijn doen en streven bezielde door de louterende kracht van 't liefdesuur: hoe zuiver werd het leven als ons weer de avondkoelte samenbracht! En hand in hand, wanneer de zon ging dalen, zagen wij toe en wisten, oog in oog, bij 't doven van de laatste fiere stralen: uit 't oosten rijst opnieuw die gloed omhoog! Te middernacht komt sterrelicht mij leiden tot op een grens, waar 'k net haar niet ontmoet, - o, mocht ik eens die drempel overschrijden! maar hoe 't ook zij, het leven, het is goed, (Goethe) Vorige Volgende