Toegift
Een lege zaal vol geïnteresseerden.
Zoiets als een nazit na een première, maar dan vóóraf.
Iemand vraagt z'n buurvrouw wat zij ervan vindt.
Wie zijn waardering kan uitspreken (formuleren) kun je een kenner noemen.
Maar wie nieuwe boodschappen in oude kranten blijft pakken noemen wij een kruidenier.
Wie nieuwe ervaringen in oude vormen stopt - of omgekeerd - noemen wij een oplichter.
De ramen zijn nu zo helder dat je ze niet meer ziet.
Een grote propeller zorgt voor een frisse wind, d.w.z. voor verplaatsing van lucht.
Men waant zich op een brug over een rivier.
De mensen wrijven hun ogen uit en halen verlicht adem.
Ze willen dat het toneel verandert maar dat hun stoel dezelfde blijft. De handeling bestaat slechts uit het aansteken van een emmer witte rook.
Alles wat te zien is is het resultaat van een proces en elk proces is weer een resultaat.
‘De zaak is niet in zijn doel voltooid, maar in zijn uitvoering, noch is het resultaat het werkelijke geheel maar het resultaat samen met het onderzoek.’ (Oplossing, gevonden bij een oude wijsgeer. Zie voor de probleemstelling blz. 14 onderaan.) (Zo keren ook wij terug naar ons uitgangspunt. De cirkelzaag in onze hoofden. Pardon?)
Alles, elk deel is de moeite waard voor wie zich voor de samenstelling interesseert.
De betekenis ligt niet besloten in het beeld maar in de schaduw van het beeld, die door de montage op het bewustzijn van de kijker valt. Maar - zo roept iemand achter in de zaal - waarom zou je iets doen als er niets mee te verdienen valt?
Daarna zijn dergelijke kreten herhaaldelijk te horen.
Van tijd tot tijd moeten wij de kalmerende zin zeggen: ‘Het is toch zonde dat ze gemeenschapsgeld aan zulke onzin besteden.’
Iemand maakt een opmerking over de verstaanbaarheid.
Wij antwoorden dat er voor ons toch wel een grens is, waar je moet ophouden aandacht te vrágen,