Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] Een vogeltje voor Annettje Wijze: Dameet had langen tijd getragt. Mijn lieve Annettje, 'k heb voor u Dit kleene vogeltje opgevangen. Aanvaard het van mijn hand, wel nu, Voldoe ik dus aan uw verlangen? Zie, welke teedere oogjes 't heeft, Hoe vrolijk 't springt, hoe blij' het leeft. Annettje, 't is als dons zoo zagt, 't Is geel van borstje en bruin van wieken. Ik kreeg het schelmpje in mijn magt, Reeds in het vroege uchtendkrieken, Eer noch Auroor, met goud gehuld, De groene telgen had verguld. [pagina 7] [p. 7] Ontsluit uw koutje Annettje, ik zal Het zangertje daar in doen springen, Zijn teedre stem, zijn lief geschal, Zal door uw roozenhofje dringen. Ik weet uw handje, zal de kooi Versieren met een' bloementooi. Maar wat zult gij, zeg Engelin, Mij voor dat lieve diertje geven? - 'k Lees 't in uw oogjes, zielsvriendin! Ach 'k voel uw teedere handjes beven. Hoe klopt dat hartje! o ja! ik weet Reeds, wat 'er voor mij is gereed! Vorige Volgende