Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] De deugd boven de schoonheid. Wijze: Maudit Amour Raison severe. uit de opera Le Peintre Amoreux. De Deugd, de Deugd, met regt te roemen, Is 't waare siersel voor een maagd; Geen vrouw is waarlijk schoon te noemen, Schoon te noemen, Wanneer de Deugd haar niet behaagd; bis. Clotilde is vol bevalligheden; Maar slaat men 't oog op hare zeden, Dan is de schoonheid, die men ziet, Een loutre schijn, een enkel niet. bis. * * * Haar oogjes zijn vol vuur en leven, Haar voorhoofd kan het elpenbeen, Haar' blos het roosje overstreeven, Overstreeven, In wit en rood, ach! al haar leên bis. Zijn juist gevormd; haar teedre lonken Doen 't allerkoelste hart ontvonken; Doch al de schoonheid, die men ziet, Is zonder Deugd, dus enkel niet. bis. [pagina 5] [p. 5] * * * Zij lacht, doch in die lieve trekken, Kan men ook d'onstandvastigheid En 't vuur, dat haar bezield, ontdekken, Bezield ontdekken, Haar haïr in tuitjes saam gebreid, bis. Hangt dartel op haar schoudren neder, En slingert luchtig gins en weder. Doch, al het schoon, dat zij ons bied, Is, zonder Deugd, een enkel niet. * * * Haar borstjes doen een Jozeph blaaken: Dat tweetal heuvels hemels schoon, Kan 't koelste hart zelfs gloeiend maken, Gloeiend maaken, Daar is de stoel van Venus zoon. bis. Aanbiddlijk zijn haar' zuivre tandjes, Niet minder schoon haar blanke handjes; Ja! alles wat men aan haar ziet, Is lief, - doch, - Deugd bezit zij niet. bis. * * * 'k Wil roosje boven haar beminnen, Ze is minder schoon van leest en leên, Doch streeld gestaâg mijn hart en zinnen, Mijn hart en zinnen, Door reine ziels - aanloklijkheên. bis. Verstand, gepaard aan deugd en oordeel, Verschaft aan mij meer heil, meer voordeel, Dan schoonheid die ons de ondeugd bied, De Deugd leeft eeuwig, de ondeugd niet. bis Vorige Volgende