Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] De jonge schilderes. Wijs: Je suis un Serrurier, un Sërrurier. Uit de opera La pupille rusée. o Dirce! die door kunst en oog en hart verrukt, En door kleuren, zuivre kleuren lauwren plukt. Groote schilderesse! Roem van Leeuwendaal, Gun mijn Zanggodesse } bis Dat ze uw glorie maal. } bis Dat ze uw glorie maal. bis Elk bloemtje dat uw hand, uw poezle hand ons maald, Tart het roosje, 't schoonste roosje dat 'er praald, Wie moet uwe bloemen, Tulp en angelier En narsis niet roemen; } bis Heerlijk en vol zwier. } bis Heerlijk en vol zwier. bis [pagina 38] [p. 38] 'k Zie vlinder en kapel, volmaakt en schoon gekleurd; 'k Zie hoe 't bijtje, 't nijvre bijtje honing peurd Uit de roozeknopjes. Hoe volmaakt, hoe eel Maald gij pareldropjes, } bis Door uw malsch penseel! } bis Door uw malsch penseel! bis Uw kunst tart vrouw natuur, geen blaadjen of 't bevat Edle trekken, die ontdekken ons een schat Van uw kunstvermogen, Daar gij, onvermoeid, Door 't penseel onze oogen } bis Aan uw bloemen boeid. } bis Aan uw bloemen boeid. bis o Roem van uwe Sex! betoverd, meer en meer, Onze zinnen, door uw' gaven, tot uw eèr. 'k Zie uw' muskadellen, Perzik, abrikoos, Rijpe druiven zwellen; } bis Naast uw blijde roos. } bis Naast uw blijde roost. bis [pagina 39] [p. 39] Vaar voort o Dirce! maal, maal met uw fikse hand, Kunstgewrochten, kunsttafreelen, voor uw land. Doe uw naam dus leven! Daar de vlugge tijd, Wat hij mag doen sneven, } bis Nooit uw glorie slijt. } bis Nooit uw glorie slijt. bis Vorige Volgende