Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] De lof der eenzaamheid. Wijs: Je le compare avec Louise. o Eenzaamheid! der zotten straf, Die u altoos, met al hun magt ontvlugten, Gij, waarom vaak de wijze zuchten, Ach! dat gij mij nooit begaf; Ik kan mij in uw genot vermaken, Nimmer wil ik naar gezelschap haken, Neen! o neen! Ik blijf alleen, Ik Wil bij mijn pen en boeken. Al mijn tijdverdrijf zoeken. [pagina 57] [p. 57] Wat geeft de waereld tog voor vreugd? Zeg mij wat zijn haar grootste vermaken? Voor ééne Philis in Liefde te blaken, Als men is in het prille der jeugd; Om haar genot het alles te wagen, Al zou men zich voor eeuwig beklagen, De Liefde vlugt heen, 't Berouw blijft alleen, 'k Wil dan liever bij mijn boeken, Al mijn tijdverdrijf zoeken. Wat is het spel voor hem die het hart? Nimmer door hebzucht word bestreden? Die met zijn lot leeft wel te vreden, Niets dan kwelling, verveling en smart; Wat kan men op Partij of Redouten, Anders dan wufte vermaken ontmoeten, Wat hoord men op 't bal? Niet dan zot gekal. Ik wil dan bij mijn pen en boeken, Al mijn tijdverdrijf zoeken. [pagina 58] [p. 58] Voel ik mijn ziel van zorg benart, Kwellen mijn angsten, smerten of plagen, Als ik in eenzaamheid mag klagen, Schenkt die verlichting aan 't zwoegend hart. In haar genot vervliegen de stonden, Zij stort haar balsem in bloedende wonden, Daar elk ons veragt, Hoort zij onze klagt, 'k Wil dan altoos bij mijn boeken, Al mijn tijdverdrijf zoeken. W.v.E. Vorige Volgende