Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Daar steekt geen kwaad in. Wijs: Pres de moi dans la Boutique. 's Morgens daar wij ons vermijden, Werkt Colijn met vlijd en lust, Daar na gaan wij met ons beiden, Naar den thuin, geen kwaad bewust; Colijn zorgt voor 't bloemen teelen, Soms komt ons wel in den zin, Om eens schuilen te gaan speelen. Zeg wat kwaad steekt doch daar in? Maar het geen mij kan mishagen, Somtijds vind hij me in het groen, En dan steelt hij zonder vragen, Van mijn boezem zoen bij zoen; Fluks pakt mij dien onbezonnen, Zeg mij, wat heeft hij in 't zin? Niets! hij heeft mijn Plaats gewonnen, Zeg wat kwaad steekt doch daar in? [pagina 54] [p. 54] Als hij mij dan weet te vinden, Zegt Colijn mij keer op keer, Dat hij mij altoos beminde, Ach wat is zijn taal dan teer! Ik kan, zegt hij, hem bekoren, Eeuwig zweert hij mij zijn Min, Moet ik mij daar om verstoren, Zeg wat kwaad steekt doch daar in? Vorige Volgende