Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Lof der gevoeligheid. Wijs: Des amours d'été. Hoe schoon het Roosje ook moge prijken Bij de aankomst van den dageraad, Men ziet haar gloeijend schoon bezwijken, Zoo dra de zon naar 't westen gaat; Zoo kwijnd ook zonder tegenheden, De schoonste schoonheid in verdriet, Een fris gelaat en fraaije leden Zijn schoon, maar zonder teerheid niet. Natuur schijnt 's winters als te sterven; Maar als de Lente 't veld ontdooit, Mag zij weer al haar schoon verwerven, Word zij met kleurtjes opgetooid: Dit, Philis! schetst u zulke harten, Die 't zelfde zijn in vreugd en druk; 't Gevoelig zijn voor minnesmarten, Voorspeld den Minnaar 't hoogst geluk. Vorige Volgende